Naamgeving van de kunstwerken in de nieuwe
Sloeweg N62
In het najaar van 2014 kreeg onze Heem
kundige Kring het verzoek om mee te den
ken over de naamgeving van de viaducten
en verkeerspleinen in de nieuwe Sloeweg.
Dit verzoek had betrekking op het Beve-
landse deel van de N62. Voor het Zeeuws-
Vlaamse deel werd een beroep gedaan op
de Heemkundige Kringen van Terneuzen,
Westdorpe en Sas van Gent.
Vanuit onze Heemkundige Kring werd een
werkgroepje gevormd bestaande uit: Ad
Beenhakker, Jan de Jonge, Hanny Louisse
en Jan de Ruiter. Dit groepje heeft enkele
voorstellen gedaan voor de namen van de
vier aan te leggen kunstwerken.
In samenwerking met Fred Lindenberg en
Arno Melaard van de Provincie Zeeland is
zodoende een advies tot stand gekomen dat
aan het provinciebestuur en de gemeen
tebesturen van de betrokken gemeenten:
Borsele, Goes en Middelburg, is voorgelegd.
Alle gemeenten hebben ingestemd met
onze voorstellen. In dit artikel willen we
laten zien waarom we voor deze namen
hebben gekozen.
Uitgangspunten en werkwijze
De nieuwe Sloeweg doorkruist een aantal
polders in het westen van Zuid-Beveland,
in de gemeenten Goes en Borsele. Vóór de
gemeentelijke herindeling van 1970 be
hoorde dit gebied tot de gemeenten 's-Heer
Arendskerke, Heinkenszand en 's-Heeren-
hoek. Historisch gezien is dit een betrek
kelijk jong gedeelte van Zuid-Beveland.
Terwijl de oudste kerngebieden van het
eiland al vóór 1200 zijn ingedijkt, dateren
de door de Sloeweg doorkruiste polders uit
de vijftiende tot de zeventiende eeuw. De
meest westelijke polders, die gezamenlijk
de Kraaijertpolders worden genoemd, zijn
in de zeventiende eeuw ingedijkt en heb
ben een modern karakter met rechthoekige
kavels en lange rechte wegen. Door dit
Afb. 1. Tracé van de Sloeweg N62 en de plaats van de vier nieuwe knooppunten. (Ontwerp:
Sep Wakker, Provincie Zeeland.)
rnt.nl/, .t>x
i*HcWhIhi
36