moderne karakter komen er ook betrekkelijk weinig oude interessante namen van wegen, percelen en boerderijen voor. Voor de naamgeving van de vier kunstwerken (of knooppunten) is gezocht naar historische na men, die het karakter van de streek weerspiegelen en geen verwarring opleveren met nog gebruikte namen. 1. Stelle Dit tunneltje ligt juist op het punt waar drie polders sa menkomen: de Stellepolder, de Noordzakpolder en de Oude Nieuwlandpolder. Het gaat hier om inpolderingen in de oude ge tijdegeul, die de eilanden Zuid- Beveland en Heinkenszand van elkaar scheidde. Kort na 1414 werd deze geul afgedamd tus sen de noordwesthoek van de Platepolder en de Noord-Da- nielspolder ter plaatse van de huidige Stenevate, waardoor de twee eilanden met elkaar wer den verbonden. Deze dam is in het landschap nu niet meer her kenbaar. Een rest van de geul is nog herkenbaar bij het brugge tje in het Clara's Pad. Dit brug getje heet de Suikerheul. De drie polders werden kort na elkaar ingedijkt in de eerste helft van de vijftiende eeuw. De oudste van de drie is de Stellepolder. Deze werd aan de Noordkant van het ei land Heinkenszand ingedijkt. Hij heeft een zandige ondergrond en is dus eigenlijk een zandplaat die aan het eiland Heinkenszand vastgroeide. Op deze plaat lag waarschijn lijk vóór de bedijking een kunstmatig op geworpen hoogte, waarop de schapen die op het schor werden geweid, bij hoogwater in veiligheid konden worden gebracht. Zo'n hoogte heette een stelle, en daaraan werd de naam van de nieuwe polder ontleend. De naam stelle komen we in Zeeland meer tegen. Zo vinden we op Zuid-Beveland ook de polders Baarland-Stelle en Nisse-Stelle - .«r Afb. 2. De polders rond Heinkenszand. (Naar M.J. Wil- derom: Tussen Afsluitdammen en Deltadijken, deel III.) en de Stelhoeve bij Wemeldinge. Soms werd op de top van de stelle een drinkput aangelegd voor het opvangen van zoet re genwater; in dat geval sprak men van een holle stelle. Ook de Zeeuwse familienamen Verstelle, Hollestelle en Stellenaar zijn hiervan afgeleid. Kort na de Stellepolder werd de Noord zakpolder ingedijkt, die aansloot bij de pas aangelegde dam tussen Heinkenszand en Zuid-Beveland. Door de bouw van deze dam was aan de noordkant een doodlopen de geul ontstaan, die snel verzandde. Zo'n inham werd een zak genoemd, vandaar de naam Zakpolder. Deze naam komt in Zuid- wielen re«tarten van ven. Öhkdoonbraken lrmd« watering rw Hg «33«~ idelijfaa Wl nlci.c lobalc aanrijding der v.m. qeolan 37

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2015 | | pagina 39