Afb. 2 Bas Magielse (achter) en een medewerker bewerken hoeden aan de lustreermachine om
ze te laten glanzen (1935).
met werkstukken die gemaakt zijn door
Zeeuwse quilters, vrij van formaat en the
ma. Hier zal ook de tipi (indianentent) te
zien zijn, waar ongeveer vijfhonderd quil
ters uit het hele land een gequilte driehoek
aan hebben bijgedragen. Deze tipi was in
mei tijdens het Textielfestival in de Leidse
Pieterskerk te zien.
Pluus'oed en veldhoed
De tijdelijke tentoonstelling 'Zeeuw in
da hoed - 200 jaar hoeden uit de buurt
van Beveland' biedt tot en met 19 maart
volgend jaar een overzicht van mannen-,
vrouwen- en kinderhoeden uit de streek-
dracht. Eigentijds surplus is het (podium-)
hoedje van de 'bekende Bevelander' Bart
van der Weide, zanger van Racoon, plus
het schilderij 'Bart met hoed' van Reynier
de Muynck. Met dank aan het Zeeuws Mu
seum en antiekwinkel Van der Schraaf uit
Goes biedt de expositie een breed scala aan
hoeden uit de streekdracht. Te zien zijn
mannenhoeden, zoals de driekante steek,
de pluus'oed (een zwarte, haarvilten hoed)
en de garibaldihoed. Kenmerkend voor de
Bevelanden is dat rooms-katholieke boeren
de rand van de pluus'oed aan de voorkant
omlaag trokken. De vrouwenhoeden van de
streekdracht worden vooral vertegenwoor
digd door platte hoeden, kaphoeden en kip
jes. De veldhoed werd gedragen door op de
akker werkende vrouwen als bescherming
tegen de zon (omslagillustratie: Vrouwen
in het veld, schilderij van Marinus Schip
per (Wilhelminadorp 1897 - Goes 1987)
uit 1935; de vrouw rechts draagt een veld
hoed). Uniek is het ensemble van hoed met
bijpassende chintzvoering, beukje en mou
wen. Ook bijzonder zijn een zwarte strooi
en werkhoed van ca. 1920 en de onlangs
gerestaureerde hoge hoed van meester
Cornelis Alegoed, onderwijzer te Nisse, van
rond 1800. Naast de streekdrachthoeden
zijn ook verschillende burgerhoofddeksels
uit de jaren twintig en dertig van de vorige
eeuw tentoongesteld.
Hoedenmaker Magielse
In de expositie wordt het ambacht van
23