voornamen Elias en Levina komen verder
ook niet zoveel voor.
In 1747, het jaar van het verdwijnen van
Levina met haar soldaat, was het op Zuid-
Beveland erg onrustig. De Fransen hadden
Staats-Vlaanderen al veroverd en ook Ber
gen op Zoom ingenomen. De dreiging dat
de Fransen de Westerschelde zouden over
steken om ook Zuid-Beveland te kunnen
bezetten was reëel aanwezig. Op de dijken
werd weer, zoals ook in de Tachtigjarige
Oorlog, door de landwacht gepatrouilleerd
en er werden ook weer zoals toen wacht
huizen gebouwd.31 Veel krijgsvolk op de
been dus en daartussen misschien wel 'de
soldaat van Levina'.
Het proces gaat verder met een juridisch
betoog waarbij in een achttal stellingen
argumenten worden aangedragen, die een
echtscheiding zoals Elias wil, kennelijk
kunnen rechtvaardigen.4' Daarbij wordt
verwezen en ook de betreffende artikelen
worden genoemd, naar wettelijke regelin
gen. Ook worden voorbeelden aangedragen
van eerdere rechterlijke uitspraken die
mede van belang zijn. Stelling vier als
voorbeeld: Die de woonplaats van den man
niet we(i)l volgen, schoon dikwils genodigt
sijnde, kan als een malicieuse kwaad
willige) desertrice geconsidereert ^aange
merkt), en tegen deselve als zodanige gepro-
cedeert worden tot scheijding van kouwelijk
Nog een voorbeeld in stelling zes: Voor
desertie (=verlating) word mede gehouden
eene gedurige onttrekkinge van bijslapen
Vervolgens besluit de magistraat Levina
Suijdweg bij openbare publicatie te dag
vaarden. Ze moet zich dan binnen een tijd
van acht weken melden in het gemeente
huis van Wemeldinge. Bij niet-verschijning
(op poene van non compareeringe) zal uit
voering worden gegeven aan het verzoek
schrift van Elias Cornelisen en verkrijgt
hij volmacht zal werden geauthoriseerttot
het voltrekken van een tweede huwelijk.5'
Hoe die openbare publicatie in die tijd
heeft plaatsgevonden weten we niet, maar
we mogen wel aannemen dat dit op een
serieuze manier is gebeurd. We hebben
daarvoor ook wel een aanwijzing gevonden.
In de jaren 1781-1783 wordt een proces
gevoerd over de verdeling van de goederen
van Willem Cornelisse Lamper, in 1686 te
Wemeldinge geboren. Willem is in 1704
met het schip Schoonewal voor de kamer
Zeeland als soldaat naar Nederlands-Indië
gevaren en in 1714 uit de dienst van de
Oostindische Compagnie gedeserteerd.
Sindsdien is niets meer van hem verno
men. De procureur in het proces legt aan
schepenen voor belanghebbenden op te
roepen omme bij uijtsettinge van biljet
ten en advertentien in de Middelburgse en
Hollantze Historische Couranten allen en
een iegelijk, welke souden mogen willen
sustineren uit hoofde van bloedverwant
schap of extestamento geregtigt te wesen
tot ...6) Schepenen van Wemeldinge stem
men daarmee in en de advertentie is in de
Middelburgsche Courant van 22 juni 1782
geplaatst.
Levina Suijdweg zal wellicht ook op een
vergelijkbare wijze opgeroepen zijn.71 We
vermoeden dat ze niets meer van zich
heeft laten horen. Verdere processtukken
ontbreken, zodat we wel mogen aannemen
dat Elias is geauthoriseerd tot het aangaan
van een huwelijk met een andere vrouw.
We hebben daarover overigens in Wemel
dinge niets gevonden. Hij kan natuurlijk
ook elders getrouwd zijn of is uiteindelijk
misschien wel helemaal niet meer her
trouwd.
Anthonina Koole is bevreesd voor
haar vrugt
In 1788 schrijft de secretaris van de paro
chie en heerlijkheid van Wemeldinge, Cor-
nelis Hubertus Teerlinck, in de gerechtsrol
een verzoek in van Anthonina Koole, huis
vrouw van Adriaan Noordhoek.8' Anthoni
na kan niet langer voor dezen Eerwaarden
Geregte verbergen, de bittere en onverdra-
gelijke levenswijze van haar man. Wan
neer nu niet tijdig wordt ingegrepen is het
leed niet te overzien. waardoor indien
door dezen Eerw: geregte niet tijdig word
voorzien, de schromelijkste gevolgen voor
de suppliante verzoeksterj en haar vrugt
te wagten zijn. Dat om dezelve gevreesde
onheilen nog in tijds voor te komen, de sup
pliante dus genoodzaakt word de vereiste
actie tot separatie (-scheidingte institue
ren (=inzetten)
37