clausule op de nalatenschap van Elisabeth
van Schuylen komen te vervallen.13)
Over de fidei commis nalatenschap van
Johanna Croeser vermeldde het testament
niets. Daardoor ontstonden veel later nog
onduidelijkheden en claims door kleinkin
deren, zoals later vermeld.
Na het overlijden van Johanna Ruychrock
van de Werve in 1691 waren er te weinig
contanten zodat de met Anna Catherina
overeengekomen 20.000,- moesten wor
den geleend. Deze lening kwam tot stand
op het eind van 1691 tegen een rente
percentage van 4% in overleg met Pieter
Duvelaer, secretaris van de Staten van
Zeeland en werd aangegaan door Adriaan
van Schilperoort, zijn broer Robbert en
de meerderjarige kinderen van hun zus
Elisabeth, Johanna Cornelia en Matthias
Reijns. Condities en zekerheden werden
vastgelegd in een zogenaamde verbandbrief
(d.w.z. leningsovereenkomst) gemaakt voor
schepenen van Kapelle op 19 december
1691.14) Als zekerheden werden diverse
goederen (huizen en land) gesteld in het
ambacht Kapelle-Biezelinge.
Toen de tweede man van Anna Catharina,
Daniël Courallet, een hugenoot, aanspraak
maakte op uitbetaling van de lening eisten
de leners een borg van hem.15) Daar kon hij
echter niet aan voldoen.16) Daniël bracht
daarbij naar voren dat de fidei commis
clausule wel heel eenzijdig was opgelegd
want dat deze niet gold voor de andere
erfgenamen van de moeder van zijn vrouw.
Bovendien was de 20.000,- meer dan de
fidei commis erfenis van Elisabeth van
Schuylen waar Anna Catharina recht op
had.
Uiteindelijk werd na veel deliberaties voor
de Staten van Zeeland de helft uitgekeerd
en ontslagen van de fidei commis clausule,
terwijl voor de andere helft effecten ge
kocht moesten worden waarop de clausule
wel van kracht bleef. Ten slotte werd uit
eindelijk ook die beperking opgeheven.17'
De controverse met Anna Catharina was
niet de enige over het testament van haar
moeder. Ook haar zoon Tobias vond dat hij
er erg bekaaid afkwam. Hij eiste dat de af
spraak zoals gemaakt met Anna Catharina
zou worden teruggedraaid en dat de fidei
commis clausule zou worden herroepen.
De Staten van Zeeland beslisten evenwel
dat de afspraak tussen Anna Catharina
en haar moeder uit 1688 geldig was en los
stond van het testament van de laatste,
waarin het integraal zonder veranderingen
Afb. 2 Dorpsge
zicht Kapelle, het
Kerkplein met links
herberg De Zwaan,
achttiende eeuw.
(Collectie gemeen
tearchief Goes.)
36
'p