gesticht, onder de naam Maria Terweel, alwaar de zusters Onder de Bogen zowel de verpleging verzorgden als de directie voerden. Zodoende werd de Kloetingseweg vanaf de vroege jaren zestig van de twin tigste eeuw een soort kloosterhof, met vele zusters en paters en personen die met hen samenwerkten. De geestelijke herder van deze gemeenschap was de rector van het ziekenhuis, alwaar men ook kerkte in de kapel. Op het Goese katholieke kerkhof werd uiteindelijk slechts één rector begra ven: timmermanszoon Christianus Corne lls Jansen (Haastrecht 1883 - Goes 1966), die rector was van 1929 tot 1961. Bijzondere grafmonumenten De vraag is nu: wat heeft al dit gezwoeg onder de zon nu eigenlijk opgeleverd aan bijzondere monumenten? Toch wat minder dan wat van een middelgroot Rooms-katho- liek kerkhof verwacht mag worden. Maar men leefde en stierf hier als katholiek nu eenmaal in de vrij kleine Goese of Zuid-Be- velandse gemeenschap, die in meerderheid protestants was, dus men wilde en kon zich niet al te duidelijk manifesteren als zijnde anders of bijzonder. Daarom viert op het oude kerkhof vooral de bescheidenheid hoogtij. Desalniettemin zijn er wel enkele bijzondere monumenten aan te wijzen, afgezien van de eerder beschreven monu mentale toegangspartij bestaande uit het geornamenteerde, gietijzeren toegangshek tussen de dito natuurstenen palen, en de twee inmiddels reeds zo'n honderdvijftig jaar oude rode beuken. Het gaat hier om grafmonumenten die niet slechts bestaan uit een staande of een liggende zerk met daarop geïnscribeerd de namen van de er voor of eronder begraven overledene. Van dit type bijzondere grafmonumenten zijn er op het kerkhof momenteel nog precies vier aanwezig. Hieronder worden zij alle vier kort beschreven. Het eerste, opvallendste bijzondere graf monument is een renaissancistisch wit marmeren engeltje, een zogenaamde putto, schrijvend met pen en papier, zittend aan de voet van een witmarmeren kruisberg bovenop het eigenlijke, zwartstenen graf. Dit monument is dermate bijzonder dat het ook bekend is geworden bij de Rijksdienst voor het cultureel erfgoed.14' Het gaat om het monument dat beeldhouwer Charles Boosten, die tevens bij de aanleg van het kerkhof de twee natuurstenen toegangspa- len leverde, maakte voor zijn op 44-jarige leeftijd overleden echtgenote Marie Anne Josephine Knitel (Goes 1865-1910), de enige dochter van Ludovicus Augustinus' oudste broer. Zij erfde van haar ouders een stro- hoedenfabriek aan de Oude Botermarkt en een slijterij in de Lange Vorststraat. Beide neringen werden door haar in 1889 van de hand gedaan; de slijterij ging hierbij naar de voornoemde kerkorganist Antonius Maria Afb. 13. Dubbele tombe van Marinus Arnoldus Stieger (1836-1919) en Margaretha Wil- helmina Verhallen (1839-1911). (Foto door auteur.) 14

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2016 | | pagina 16