«MTSE».*
wSt"lbSSBï»
kcoirs^
HIE* «g® JE
ons gmt& gcup^
MRITCJS JAfl LAHAffl
loon m
IUK ABRAHAM UMAIH
AüRIAfIA BEGTHEt
«!Lf«n^A.5DULQSE
A/fr. 3. Govert Leendertse en Rinus Lamain
zijn in hetzelfde graf begraven. (Collectie
fam. Leendertse.)
die ook van die geruchten hadden gehoord,
werden daardoor kribbiger en vastberade
ner. Wellicht heeft dat aspect meegespeeld
bij die nog jonge Duitse soldaat toen hij de
65-jarige landbouwer neerschoot.
Hubrecht Vermeule
Vermeule woonde aan de Oosthavendijk 2
te Kamperland. Van beroep was hij land
bouwer. Hij was weduwnaar en ging op
1 januari 1945 's middags met zijn zoon
nieuwjaar wensen bij kennissen in de
buurt. Ze liepen naast elkaar op de West-
havendijk, toen er ineens vanaf Schouwen-
Duiveland, waar de Duitsers zich nog
bevonden in het westelijk deel van dat
eiland, granaatvuur werd afgeschoten in de
richting van het door de geallieerden op 2
november 1944 bevrijde Kamperland. Zijn
zoon, die inmiddels al jarenlang in Middel
burg woont, bleef ongedeerd, maar vader
Hubrecht werd dodelijk getroffen.
Hendrik Jan de Looff
Hendrik Jan de Looff woonde aan de
Veerweg 68 te Kamperland en was van
beroep pakhuisknecht. De Looff en later
ook Johannes Versluis verrichtten allebei
dwangarbeid voor de Duitsers in Duits
land. De Looff overleed tengevolge van die
zware arbeid op 18 april 1945 te Hannover-
Ricklingen.
Johannes Versluis
Johannes Versluis woonde aan de A. van
Heestraat 32 te Kamperland. Hij was land
arbeider, maar deed tussendoor ook wel
eens enig werk als elektricien.
Johannes Versluis was één van de jongste
kinderen uit het grote gezin van Abraham
Versluis en Janna de Looff. Binnen het ge
zin waren er al broers van wie men weinig
of geen nieuws meer vernam. Er waren er
die gedwongen waren om naar Duitsland
te vertrekken als dwangarbeider, anderen
waren als het ware spoorloos verdwenen.
Johannes meldde zich aan om als arbeider
te gaan werken in de Noordoostpolder om
daar mee te werken bij de ontginning van
de landerijen. Eind 1943 vertrok hij daar
heen en in het begin was het nog mogelijk
om soms met verlof een paar dagen naar
huis te komen. Op 20 juli 1944 schreef hij
zijn ouders dat hij na een lange reis weer
teruggekeerd was in Zwolsevaart. Het wer
ken in de nieuwe polders was zwaar, maar
de opvang van de arbeiders en het verblijf
daar werd zo aangenaam mogelijk gemaakt.
Er groeide een stille hoop dat een en ander
niet zo lang meer hoeft te duren. Wellicht
dat de bevrijding van ons land snel zou
komen. Begin september 1944 leek het er
op dat een verlof naar Zeeland nog moeilijk
was, want de treinen reden niet verder dan
tot Utrecht. Op 3 september schreef Johan
nes in een brief aan zijn ouders: Binnenkort
kom ik met verlof, als er niets tussenbeide
komt. Ik zal niet meer schrijven, dus kan
ik elke dag verschijnen. Verder geen nieuws
meer. Ontvang de hartelijke groeten en tot
een spoedig weerzien. Dit was het laatste
levensteken van Johannes aan zijn ouders.
Tijdens een razzia in november 1944 werd
Johannes op de vlucht gevangengenomen
en moest hij met velen te voet naar Meppel
*vf¥«ftCWOUCTEU* ftpf*
I ttt .Vj^OttÜSOttKc! °E
I
I AT i.*^Hfci|q--
45