JT-
Afb. 3. Zouaaf, kerkmeester en manufactu
rer Gratianus of Danker van 't Westeinde.
(Collectie zouavenmuseum, Oudenbosch.)
het verschijnen van de encycliek Quanta
Cura in 1864, waarin de paus zich uitsprak
tegen het recht van de staat om de inhoud
van het onderwijs te bepalen. Aangespoord
door de kerkelijke leiding wierpen ook de
katholieken zich vanaf dan in de zogenaam
de 'schoolstrijd', die door de gereformeerden
al langer werd gevoerd. Men streefde naar
wettelijke financiële gelijkstelling van beide
soorten onderwijs langs politieke weg.
Daartoe werden eigen kiesverenigingen
opgericht, die bij allerlei verkiezingen kan
didaten zochten waarvan men verwachte
dat deze de eigen belangen zo goed moge
lijk zouden behartigen.4) Bij verkiezingen
voor de Tweede Kamer was de schoolstrijd
het belangrijkste thema, maar bij andere
verkiezingen speelden ook lokale belangen
mee. De Goessche Courant maakte voor het
eerst melding van een R.-K. kiesvereniging
op 16 december 1870. Toen werden kandi
daten gesteld voor de verkiezing van één lid
der Provinciale Staten op de eenentwintig
ste december, en twee leden van de gemeen
teraad op de achtentwintigste. Zes maan
den daarna werd bovendien een kandidaat
gesteld voor de Tweede Kamer der Staten-
Generaal. Het bestuur van de eerste Goese
R.-K. kiesvereniging bestond uit A.B.M.
Hanlo (voorzitter), M.A. Stieger (secretaris),
en P.J.F. Vermeulen (penningmeester).
Mr. Alphonsus Bernardus Maria Hanlo
(Amsterdam 1843 - 's-Gravenhage 1921),
gehuwd met Wilhelmina Maria Walburgis
Heerkens (Zwolle 1846 - Maastricht 1882),
vestigde zich als substituut-officier van
justitie te Goes in 1869. Als voorzitter van
de Goese R.-K. kiesvereniging stelde hij
zichzelf kandidaat bij de voornoemde ge
meenteraadsverkiezing van 28 december
1870, en werd zodoende het eerste katho
lieke raadslid in Goes. In 1873 vertrok hij
naar Maastricht en van daaruit in 1904
naar 's-Gravenhage, waar hij het in 1914
bracht tot vice-president van de Hoge Raad
der Nederlanden. A.B.M. Hanlo noemde
zichzelf overigens A.M.B. Hanlo, zodat zijn
doopnaam Maria - die bij katholieke man
nen vaak de laatste doopnaam was - min
der herkenbaar werd. Dr. Petrus Jacobus
Franciscus Vermeulen (Delft 1846 - Rijs
wijk 1913), gehuwd met Maria Angelina
Anna Antoinetta Hubertina Borret (Asten
1856 - Ginneken 1931), vestigde zich als
leraar natuur- en scheikunde aan de ge
meentelijke HBS te Goes in 1870. Dr. Ver
meulen was een zeer conservatieve katho
liek, zo streed hij in 1871 tegen toelating
van meisjes op de Goese HBS en schreef hij
in 1869 onder het pseudoniem P.J.F. Molae
(Latijn voor Van de Molen) in tijdschrift De
Wachter een artikel tegen de evolutieleer.5)
In 1872 werd hij leraar aan de R.-K. HBS
te Kerkrade, in 1880 werd hij lid van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal, en in
1904 lid der Eerste Kamer. Tevens was hij
vanaf 1881 hoofdredacteur en vanaf 1884
directeur van het landelijke katholieke
dagblad De Tijd. Marinus Arnoldus Stie-
4