voorwerpen worden in bewaring gegeven bij de heer A. Neter. Dit blijkt de voorbode te zijn van het ver kopen van de synagoge. De leden van de synagoge krijgen op 30 augustus 1896 te horen dat er een onderhandse verkoop mo gelijk is voor een bedrag van 2.500,- De heer J. Bannet is tegen de verkoop. Hij stelt een openbare verkoop voor. En dan niet voor het gehele gebouw. Bij notaris Pilaar komen de biedingen binnen, waarbij het hoogste bod slechts 1.825,- is. Uitein delijk blijkt, uit de mededeling gedaan op de vergadering van 31 oktober 1897, dat Ko Pik voor 2.200,- de nieuwe eigenaar is geworden. Daarnaast is ook de grootste wetsrol - het hart van de gemeenschap - op 21 november 1897 aan de joodse gemeente te Waalwijk verkocht.22) Desondanks wil men doorgaan en kijkt men vooruit. Daarbij is het opmerkelijk dat de doden de eerste aandacht krijgen. Gewe zen wordt op den onhoudbare toestand van het reinigingshuis op de begraafplaatsen het bestuur in overweging gegeven een plan tot vernieuwing van dat gebouwtje te laten maken.23) Het zijn de laatste notulen in het boek.... Het overlijden van grossier Abraham Ne ter, op 18 mei 1911, luidt het definitieve einde in. Het formele einde van de jood se gemeenschap, op 25 juni 1911, geeft helaas toch weer wat problemen. In het Nieuw Israëlitisch Weekblad van 30 juni 1911 wordt hiervan verslag gedaan. De heer Boasson uit Middelburg, lid van de Permanente Commissie van het Ned. Isr. Kerkgenootschap, spreekt zijn bezorgd heid uit over de gevolgen van het formeel opheffen van de Goese gemeente. Door de verkoop van de kerkelijke goederen zal de begraafplaats spoedig onbeheerd worden. Zijn vraag is dan ook Wie moet de onbe heerde begraafplaats verzorgenwant de dode is degene voor wie de kosmos eens een onmeetbaar korte tijd een wonder heeft verricht.24) Voorlopige conclusies Het bovenstaande is voor het merendeel gebaseerd op de 'bijvangst' tijdens het onderzoek naar de joodse aanwezigheid op Schouwen-Duiveland. Dit betekent dat er slechts een beperkte, fragmentarische indruk kan worden gegeven van het joodse leven op de Bevelanden. Het gemeente archief van Goes is gelukkig in het bezit van het eerder vermelde 'dossier 100'. Het Zeeuws Archief te Middelburg heeft, onder inventarisnummer 54, een beperkt archief van de joodse gemeente Goes. In de cor respondentie van de hoofdsynagoge van Middelburg, ook in het Zeeuws Archief, is vermoedelijk meer joods-Goes-materiaal terug te vinden. Daarnaast hebben het stadsarchief van Amsterdam en het Na tionaal Archief te 's Gravenhage ook nog bruikbare documentatie.25) De hier onderzochte documentatie, zowel archiefstukken als krantenberichten lijken Afb. 8. Foto's van Goes-joodse inwoners zijn (nog) niet gevonden. Wel enkele handteke ningen. (Zeeuws Archief54-27-b03.) 9 MBBS

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2016 | | pagina 11