v
A/b. 2. Het in Banjoebiroe geborduurde tafelkleed voor Lex Zweede-Duvekot.
volkeren. Het zou de 'Groot-Oost-Aziati
sche-Welvaartsfeer' verwezenlijken en de
landen in Zuid-Oost-Azië 'bevrijden' van
hun koloniale overheersers. Omdat de
Nederlandse invloeden moesten worden
uitgebannen werden alle Nederlanders
geïnterneerd. De bezetter vaardigde een
aantal strenge maatregelen uit en voerde
een waar schrikbewind dat in de loop van
de bezetting allengs verergerde. Huis en
haard werden zonder enige compensatie
geconfisqueerd; salarissen en pensioenen
werden niet meer uitbetaald. Onderwijs in
en gebruik van de Nederlandse taal wer
den verboden. Voor iedere Japanner moest
te allen tijde worden gebogen. De Japanse
vlag moest verplicht in top.
De burgerinternering geschiedde in eerste
instantie zeer geleidelijk, ook voor de fami
lie Zweede. De planters moesten voorlopig
op de plantage blijven en doorgaan met het
werk zoals altijd. Dat duurde tot augustus
1943. Toen uitkwam dat een netwerk van
planters betrokken was bij een guerilla-ac-
tie tegen de Jappen ter voorbereiding van
een geallieerde landing op Oost-Java, wist
Jan Zweede dat gevangenneming ook voor
hen niet kon uitblijven.
Lex en haar kinderen Bob, Annelies en
Johan vertrokken omstreeks augustus
1943 via het nabijgelegen Blitar naar hun
eerste kamp. De bagage met matrassen,
koffers, voedsel, zelfs een tafel, stoelen en
een closet op een wagentje achter de fiets
van hun chauffeur. Ze hadden geen idee
wat voor hen lag. Na korte tijd kwamen
ze aan bij de basisschool in Blitar met een
groep andere vrouwen en kinderen van
omliggende plantages. Het was van: Hello
how are you en Hi... Iedereen was in uit
stekende stemming en maakte grappen.
Ze werden geladen in bussen en zongen
uit volle borst. Op den duur kwamen zij
aan bij een suikerplantage, Kawarasan
bij Kediri, waar verschillende huizen bij
elkaar stonden en werden verordonneerd
met 35 personen een huis te betrekken.
Elk huis had zijn 'hoofd', verantwoordelijk
voor alles wat gebeurde. Alle orders van
12