Afb. 5. De Paardenstal zorgd en voor je gekookt. Je hoeft geen potten en pannen mee te nemen, alleen je matras en een deken, werd gezegd. Dit keer werden ze in vrachtwagens geladen, niet in bussen zoals de keer ervoor, en vandaar gingen ze in een trein. Ze hadden allemaal een rugzak en een koffer bij zich. Lex had haar zil vergeld in een Droste ca- caobusje in haar rugzak verstopt met wat brood. Ook haar kleine zoontje van drie, Johan, had een rugzakje met zijn beer en een speelgoedauto- tje. De treinen waren voorzien van louvre ramen om de zon tegen te houden en de wind naar binnen te laten. Er waren banken aan de kanten maar niet genoeg zitplaatsen voor iedereen en ook niet genoeg toiletfaciliteiten. Er waren veel kleine kinderen en het was overvol. De trein stopte vaak om andere treinen te laten passeren. Ze dronken hun meegebrachte dranken op en al gauw raakte ook het eten op. Ergens werd gestopt en verscheen een Indonesische vrouw met water, melk, brood en ananas dat ze konden kopen met Japans geld. Zo reisden ze twee dagen. Toen de trein stopte zagen ze de naam Semarang op het station, een grote plaats in Midden-Ja va. Ze moesten uit de trein komen met de handen omhoog en werden gefouilleerd. Dit was een van de keren dat Lex werkelijk bang was. Nou vinden ze ons zilvergeld, zei ze tegen haar vriendin. Maar gelukkig keken ze niet in de rugzakken. In vracht wagens ging de rit verder over de grote weg via vieze wegen naar nog viezere wegen tot ze stopten voor twee grote deuren. De deu ren van Banjoebiroe Kamp 10. Het was 19 februari 1944. De trucks werden uitgeladen. Gevraagd werd wie het hoofd was van deze groep? Lex vertelde dat ze hoofd was geweest in Kawarasan, waar ze eerst verbleven. Dat was voldoende om haar hoofd te laten zijn van deze nieuw aangekomen groep van 250 personen. Hen werd een grote paardenstal aangewezen, bij de voorpoort en de centra le keuken. We voelden ons er in het begin verschrikkelijk maar later werd het minder omdat er minder wandluizen waren en het ook minder heet werd gedurende de dag dan in sommige stenen gebouwen. Banjoebiroe was een oude gevangenis, door de Nederlanders gebouwd lang geleden als een werkgevangenis voor Indonesische jon geren. Er was een hoge muur omheen, een poort met grote deuren en wachttorens op elke hoek van de buitenmuur. Omdat het was ontworpen voor voormalige werklui was er een grote paardenstal binnen de gevangenis. Er waren houten britsen in vier lange rijen. De matrassen werden op deze planken britsen gelegd, de een naast de ander, de koffers eronder. Dit kamp betekende een nieuw hoofdstuk voor iedereen. Het was het begin van wer kelijke gevangenschap. Lex en haar vrien din Miep van Kampen vonden dat ze hun zilvergeld moesten zien te verstoppen. Ze groeven een gat in de vloer onder de brits door stenen weg te halen. Daar deden ze de cacaoblikken in en bedekten alles. Daar gingen de koffers overheen. Na de oorlog groeven ze alles op en ontdekten ze dat 15

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2016 | | pagina 17