alles nog aanwezig was! In kamp 10 zaten aan het eind van de oorlog 5.000 geïnterneerden. Mevrouw Eichelberg was algemeen kamphoofd. Zij had de juiste eigenschappen om met de Japanse kampcommandant om te gaan, door een combinatie van tact en vleierij, waar natuurlijk iedereen van profiteerde. Deze vrouw werd bijgestaan door zeven andere vrouwen die voor speciale diensten verantwoordelijk waren, in de barakken of in de centrale keuken of het ziekenhuis. Lex werd een van de zeven. Deze groep werd het 'Huiscomité' genoemd en nam beslissingen voor de bewoners. Er werd een voorzitter gekozen en dat werd Lex. Een van de taken was het legen van de poeptonnen uit de wc's. Ze schreef haar dochter in voor dat vuile werk, en vroeg toen andere moeders hun dochters ook in te schrijven. Ze wilden natuurlijk niet, maar konden toen niet meer weigeren. Op een keer werden alle 5.000 kampbewo ners uit hun barakken geroepen omdat een gouden ring was gevonden op een plaats waar ze niet mochten komen. De Japanse commandant zei: Ik moet weten van wie die ring is. Ik zal haar hoofd eraf slaan! Nie mand zei iets. De commandant zei dat hij binnen 24 uur een antwoord moest hebben. Als niemand iets zei zou het hele kamp gestraft worden. Na een tijdje kwam mevrouw R. naar Lex toe en zei dat de ring van haar was. Lex vertelde haar dat ze de plicht had anderen te sparen en dat ze zich moest aangeven. Ze moest er wel op berekend zijn een pak slaag te krijgen, maar ze dacht niet dat ze onthoofd zou worden. Ik ben bereid met je mee te gaan en zelfs om te zeggen dat we die nacht samen waren (hoewel ze ook bang was). Op weg dus naar de kampcom mandant. Lex zei: Meneer de comman dantwij waren degenen die probeerden voedsel voor de ring te kopen. Maar de Jap zei: Jij was er nietde wacht zag slechts een persoon. En toen moest Truus R. wel erkennen dat ze daar alleen was geweest. De Jap gaf haar een harde klap in haar gezicht en dat was het. Ze waren heel erg opgelucht en omarmden elkaar. Bij dat soort gelegenheden vond ze wel eens als dank een ei of twee koekjes op de vensterbank bij haar slaapplaats. Maar staande voor de groep om het appel af te nemen zei ze altijd dat ze heel dankbaar was, maar dat het ei, of wat het was terug gelegd zou worden in de vensterbank, voor degene die het had gegeven. Ze vond dat als ze die giften zou aannemen zich kwets baar maakte en dat wilde ze niet. De eerste activiteit 's och tends was het appel. Je op stellen in militaire rijen van vijf achter elkaar en naast elkaar om geteld te worden. Elke barak of celblok had zijn eigen groep gevangenen opgesteld - alle vrouwen en kinderen - en iedere rij moest een telwoord zeggen in het Japans. Een twee, drie: Ichi, ni, san,... het kwam nogal eens voor dat Lex het verkeerde aantal op gaf. Dan was er bijvoorbeeld een oud vrouwtje geweest in haar barak die vertelde dat ze zich niet goed voelde, en dan zei Lex dat ze maar in bed moest blijven. Of een Afb. 6. Het legen van de poeptonnen. (Afbeelding uit het boek: War came to Java.) 16

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2016 | | pagina 18