de moeilijkheden die misschien nog voor
ons liggen. Amen. Dat was alles wat we
zeiden en we voelden ons er goed bij.
De volgende maanden werd de voedselsitu
atie erger en erger en de Japanners waren
gemeen. We zagen dat als een teken van
wanhoop van hun kant, dat misschien de
oorlog voor Japan slecht verliep. En er wa
ren geruchten dat het ergste voorbij was.
Maar voor ons waren de laatste maanden
het allerergst. Eten werd een obsessie. We
praatten en droomden over eten. We bespra
ken recepten van thuis, maar ook begonnen
we recepten te maken van plantmateriaal
dat nog aanwezig was in het kamp, zoals
'krokot' (eetbare kruiden). Daarbij kwamen
slakken, en eetbare blaadjes van sommige
heggen. We plukten ze en aten ze rauw.
Lex: Op een keer schreef een groep vrou
wen een brief aan de Japanners over het
gebrek aan behoorlijk eten. Het voedsel was
zo vreselijk dat er onnodig een epidemie
heerste van ziekte en dood. Zij vroegen de
commandant het voedsel te verbeteren. Deze
kreeg prompt een woedeaanvalHij haalde
een van de vrouwen die had getekend en
gaf haar een waterbehandelingEen be
handeling waarbij je bijna verdronk. Het
bracht grote paniek en angst teweeg en was
bedoeld om je te laten bekennen. Ze ging
niet dood en we hebben haar getroost en
tegen haar aan gepraat. Ik was een van de
tien die de brief had ondertekend, en voelde
me schuldig dat ik niet de moed had naar
voren te stappen terwijl ze zo aan het gillen
was. Ik voelde me zo beschaamd dat ik de
volgende ochtend naar het kantoor ging van
de commandant en zei: 'Meneer, ik heb de
petitie ook getekendIk was erg bang, moet
ik toegeven. Hij zei: 'Wil je een pak slaagV
Ik boog naar beneden, maar niets gebeurde.
Misschien keurde hij mijn moed goed door
weg te lopen, ik weet het niet. Ze waren
compleet onvoorspelbaar.
Zoals in het begin van dit verhaal al ge
zegd hebben de vrouwen van de Paarden
stal uit liefde en bewondering voor Lex
Zweede verschillende kampscenes gebor
duurd op een tafelkleed. Een damasten
tafelkleed! Ongetwijfeld een van de dingen
die men van huis had meegenomen omdat
het wellicht nog geld kon opbrengen. Ken
nelijk was er nog wat borduurgaren voor
handen of draadjes uit kledingstukken,
een enkel naald aanwezig om dit voor el
kaar te krijgen. Centraal staat de scène
van een middernachtelijk appèl, de uil die
voor een ontspanningsmoment zorgde erbij,
en alle wachtende vrouwen, met vooraan
een hoofd met krullerig donker haar, de
leidster. Andere scènes tonen onder andere
de poort van het kamp, de Paardenstal en
eetgerei.
Nadat op 6 en 9 augustus 1945 respectie
velijk Hiroshima en Nagasaki met atoom
bommen waren vernietigd, volgde op 15
augustus de capitulatie van Japan. Voor
sommigen kwam deze capitulatie te laat.
De man van Lex Zweede had het kamp in
Bandoeng niet overleefd. Maar er was nog
iemand die het ook niet had overleefd, Tine
van den Berg, de vrouw van Bert de Vries.
Zij overleed in kamp Banjoebiroe. Lex had
haar al gekend in Goes. Bert de Vries was
geboren op Walcheren en met hun gemeen
schappelijke, Zeeuwse achtergrond kregen
hij en Lex contact. En hoewel ze een totaal
verschillend leven hadden geleid, zij als
plantersvrouw en hij als hoge bestuurs
ambtenaar, ontstond er een relatie.
Maar het duurde nog even voor ze weg kon
den. In het gezagsvacuüm dat volgde op de
capitulatie, namen grote groepen Indonesi
ërs de gelegenheid te baat tegen een nieuw
Nederlands gezag te rebelleren. De opstand
(Bersiapperiode) was zeer gewelddadig en
maakte een verlenging van het verblijf in
de kampen noodzakelijk. Pas in 1946 wer
den Lex en Bert de Vries geëvacueerd naar
Nederland. Later zijn ze naar Amerika
vertrokken.
Het kleed is vanaf 26 november een aantal
maanden te zien in het Museumcafé van
het Historisch Museum.
20
Literatuur:
War came to Java. In eigen beheer uitgegeven, door Jaco
bus E. de Vries (zoon van de tweede man van Lex Zweede,
Morristown, N.J. 1998.