Tabel van gemeten en berekende afstanden (in meters) op de minuutkaart van
Reimerswaal en op de topografische kaart van 1916.
Afstand
0-W
N-Z stad
rivier
schor
oever-oever*)
Blooise roeden
690
875
650
170
820
Antwerpse roeden
1090
1385
1020
270
1290
Topografische kaart
600
650
850
Gemeten van noordveste naar Tholense dijk.
Zonder nauwkeurigheid van de uitgevoerde
berekeningen te claimen, kunnen wij op
voorhand twee conclusies trekken:
1. Deze metingen worden toegeschreven aan
Jacob van Deventer, gezien de goede over
eenstemming tussen gemeten en getekende
afstanden.17
2. Het is uiterst onwaarschijnlijk dat in de
genoemde metingen de Antwerpse roede is
gebruikt. Het lijkt er bijzonder sterk op dat
de meter Blooise roedes heeft gebruikt.
Deze conclusies kunnen voorts gebruikt wor
den om - zij het met meer voorzichtigheid
- conclusies te trekken over de nauwkeurig
heid, waarmee Van Deventer zijn metingen
m.b.v. driehoeksmetingen heeft verricht.
Zoals de jeugdgroep al heeft geconcludeerd,
moeten er in de tekening en de daarvoor
uitgevoerde berekeningen meetfouten zitten,
waardoor het door deze groep steeksproef-
gewijs verkregen beeld van de stad niet
overeenkomt met het verwachte beeld.
Over de wijze, waarop Van Deventer zijn
metingen naar alle waarschijnlijkheid heeft
uitgevoerd, geeft B. Boonman ons meer
inzicht.18)
Beschouwing over de nauwkeurigheid
en meetfouten van Van Deventer's me
tingen
In 1569 was het niet gemakkelijk om met
droge voeten driehoeksmetingen uit te
voeren rond Reimerswaal van het type dat
Van Deventer gewend was te doen. Eigenlijk
was er maar één goede plaats daarvoor in de
buurt: de Tholense dijk nabij de Venusdam.
Maar daarvoor lag een stuk water en schor
van bijna één kilometer zonder bebouwing
tot de noordveste van Reimerswaal. Dus dat
moet al bijna automatisch een meetfout heb
ben opgeleverd in de gemeten hoeken tot de
door hem gekozen meetdoelen, hoogstwaar
schijnlijk de gebouwen (torens) die boven
de stad uitstaken, welke voorkomen op de
minuutkaart. Het is minder waarschijnlijk
(maar niet onmogelijk) dat hij zich op gelijke
wijze tijdens de eb-periodes op het schor
heeft begeven om van daaruit metingen te
doen, die hem meer nauwkeurige informatie
in de NZ-richting opleverden. Als ik nu met
deze gedachten naar zijn meetresultaten
kijk en die vergelijk met de waarschijnlijk
redelijk betrouwbare metingen op de kaart
van 1916, dan vallen mij inderdaad naast de
overeenkomsten in vorm en afmetingen ook
de verschillen op. Allereerst moet ik daarbij
opmerken dat gedurende eeuwen de con
touren van (de gebouwen van) Reimerswaal
nog zichtbaar zijn gebleven boven het schor.
Daarover bestaan talloze verhalen en ook
enkele metingen. Ik ga er nu verder van uit
dat deze zichtbaarheid goed is weergegeven
in de topografische kaart van 1916 en ook
al eerder zijn opgemeten voor de daaraan
voorafgaande militaire kaarten. Dan is het
inderdaad zo dat de meest nabije OW-af
stand met ca. 600 gemeten meters redelijk
overeenkomt met de door mij berekende
waarde van 690 m m.b.v. de Blooise roeden.
Voor de grotere NZ-afstand van 875 m op
de kaart van Jacobus is het verschil met
de topografische kaart veel groter: 650 m.
Ik ken de topografische kaart meer waarde
toe bij deze afstanden dan de kaart van Van
Deventer. Ook plaats ik dan bij vergelijking
met de huidige situatie van de Oesterdam
de stad wat meer westwaarts dan men hier
en daar aantreft.19) Ik neem aan dat deze
30