32 armoede deser stede, toegenomen hij de inu[n] datiën van lande, ingebroken ende vercocht geweest ende de penningen daer af comende geimployeert syn tot prouffyte ende reparatie van de dijcken... M.P. Neuteboom-Dieleman, Reymerswale. De stadsrekening van 1573 (MNS-Reim-002, Prael600 Club, NGV-Zeeland 1990) p. 3. De watermolen en de Noordmolen waren wel in bedrijf gedurende dat jaar. Oorspronkelijke transcriptie: C. Hollestelle (1933). 4. Dekker en Baetens: Berchs. 5. In 1573 werd de haven van Reimerswaal bijna doorlopend geblokkeerd door schepen uit Zierikzee, Veere en elders, ongetwijfeld samenhangend met de Spaanse aanwezigheid in en sympathie van de stad. Dat leidde ertoe dat het Bergse veer in dat jaar slechts drie maanden verhuurd werd en de Venusdamse en Antwerpse veren in het geheel niet. Neuteboom-Dieleman, p. 4-5. In 1574 ging de stad gedwongen om en werd verwoest na de zeeslag bij Reimerswaal. 6. Dekker en Baetens: Mellen. 7. Tuimelaar is een woord met veelzijdige betekenis in het Woordenboek der Nederlandsche Taal. Qua plaats tussen Molenwater en schor, op de dijk, denk ik allereerst aan een mij onbekende rol in de waterkering, waar in het Antwerpse wel het woord tuimelaar gebruikt is. Maar het is ook goed mogelijk dat er een tuimelmechanisme in een windmolen mee bedoeld wordt. De netkaart van Van Deventer sugge reert een gebouw op de dijk. 8. 'Lediggangers' waren diegene die geen beroep meer uitoefenden oftewel van hun renten leefden, of qua beroep niet pasten in een ander gilde. 9. Zoals ik met behulp van een curvimeter heb kunnen vaststellen. 10. Zie b.v. Kuipers, De tiran van Reimerswaal. 11. Naar ik aanneem voortkomend uit het begrip kerkfa briek, het beheer en onderhoud van de materiële goe deren van de kerk. Een kerkfabriek is een openbare instelling die de materiële middelen beheert, nodig voor de uitoefening van de eredienst in de parochie. Een naar mijn mening minder waarschijnlijke ver klaring voor dit woord zou zijn het nog bestaande begrip 'schuurkerk', nl. als de Petrus en Pauluskerk in 1569 zo instabiel zou zijn geworden, dat men liever in een bijgebouw ter kerke ging. Hiervoor heb ik echter in de archieven of overige literatuur geen aanwijzingen kunnen vinden. 12. Op de uitgewerkte netkaart staat hier een gebouwtje op de dijk. 13. L.M. Hollestelle, in L.M. Hollestelle, A.P. de Klerk, H. Uil en A. van Waarden-Koets (red.), Werken met Zeeuwse bronnen (Amsterdam 1998) p. 38. Zie ook: R.L. Koops en A.F. Wennekes, in A.C. Meijer, L.R. Priester en H. Uil (red.), Gids voor historisch onderzoek in Zeeland (Amsterdam 1991) p. 194. 14. fol. 255v. 15. Van Deventer vervaardigde drie verschillende versies voor Reimerswaal: een minuutkaart zonder kader, een netkaart met alleen de meest belangrijke gebou wen en een uitgewerkte netkaart. Deze afbeelding betreft de 'eenvoudige' netkaart. 16. Over dit onderzoek in de zomer van 1971 door de werkgroep Submarine Archeologisch Onderzoek van de Nederlandse Jeugdbond ter Bestudering van de Geschiedenis is bericht door Judith Schuyf, Reimers waal, Fibula XII nr. 5 (1971) 75-83 en door Judith Schuyf en A. Kappelhof, Reimerswaal II., Rapport werkgroep SAO, NJBG 1973 17. Deze conclusie ligt voor de hand, omdat het onmo gelijk is om aan te nemen, dat Van Deventer met zijn koninklijke opdracht in de hand en vergezeld van assistenten en begeleiding, zonder voorkennis en actieve medewerking van het stadsbestuur in Reimerswaal zijn gang heeft kunnen gaan. De uitvoering van zijn opdracht heeft hem zeer waar schijnlijk meerdere dagen aan Reimerswaal gebon den. Daar heeft hij zonder twijfel alle medewerking van het stadsbestuur gekregen, dat er doorlopend op uit was in die periode om de koninklijke majes teit op alle mogelijke wijzen te behagen en zo de nog steeds bestaande status van Reimerswaal als hoofdstad van Zuid-Beveland te bevestigen. Dan blijft m.i. nog de vraag over of Van Deventer zijn metingen rechtstreeks aan het stadsbestuur ter beschikking heeft gesteld of dat een Reimerswaalse 'meeloper' deze genoteerd en voor het nageslacht bewaard heeft. Hoe interessant deze vraag ook is vanuit een historisch gezichtspunt, voor het boven staande verhaal en de te trekken conclusies maakt dit weinig uit. 18. Bert Boonman, Oude Maten en Gewichten in Zeeland (Cruquius 2015) p. 111, beschrijft op deze plaats en ook daarvoor hoe de metingen het best werden uit gevoerd: met een houten vierkante roedestok (hier dus: 3,6 m) en als men het handiger wilde aanpak ken: met twee roedestokken, die beurtelings tegen elkaar werden aangelegd. Handiger waren echter de meetkettingen, die men ook in Van Deventer's tijd al kende van 5 roeden, d.i. 60 voet. 19. Ik verwijs hier als voorbeeld naar het interessante verhaal van de heer P.M.J. van de Watering op zijn website: www.artpietvandewatering.nl/wp.../07/ Boek-Rommerswael-l-140.pdf 20. Met dank aan de provincie Zeeland, Geoweb 4.1.1 en de heer Niels van Diepen. 21. Bij een rechtszaak van de Regulieren buiten Rey merswale, die voor het Hof van Holland diende op 13 november 1532 werden de Regulieren gedaagd en waren zij ook vertegenwoordigd. Nationaal Archief, toegangnr. 3.03.01.01, inv. nr. 3706.

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2016 | | pagina 34