Goes 'laat' aan de telefoon O.W. Hoogerhuis t In 1876 werd te Philadelphia (Pennsylva nia) een tentoonstelling gehouden waar Alexander Graham Bell met veel succes zijn uitvinding van de microfoon demon streerde. De door Bell beschreven micro foon bestond uit een elektromagneet met daarvoor een strakgespannen membraan. Wanneer het membraan door spraak in trilling werd gebracht veroorzaakte dit stroom in de windingen van de elektro magneet. Aan de andere kant van de lijn bevond zich in omgekeerde vorm een iden tiek apparaat waarin de elektrische wis selstromen werden omgezet in geluid: een zgn. luidspreker. Zijn experiment toonde aan dat het mogelijk was om niet alleen het geschreven woord langs elektronische weg over grote afstanden over te brengen met behulp van de telegraaf, maar dat ook transport van het gesproken woord mogelijk was. Aan deze revolutionaire ont dekking van Bell werd de naam 'telefonie' gegeven. De toepassing van zijn vondst ver spreidde zich in snel tempo over de wereld. Zo werd al in 1878 in New Haven in de Amerikaanse staat Connecticut de eerste telefooncentrale in bedrijf gesteld. De berichten over deze uitvinding werden in Nederland aanvankelijk niet met veel enthousiasme ontvangen. In het Verslag der Posterijen en Telegrafie over het jaar 1877 wordt voor het eerst melding gemaakt van de uitvinding van de telefoon. Volgens dit verslag zou de telefoon goede diensten kunnen vervullen bij het opsporen van storingen in de telegraaflijnen. Duitsland was voor Nederland op het terrein van de telegraaf eind negentiende eeuw het grote voorbeeld. Het Duitse gebruik van de tele foon als hulpmiddel bij de telegraaf werd ook in ons land als mooie oplossing gezien voor de Nederlandse Rijkstelegraaf, die jaarlijks verliesgevend was. Bij het verkrijgen van grotere bekendheid over het gebruik van de telefoon ging in Nederland een belangrijke impuls uit van S Heer Henderikskinderenstraat Afb1. Telefoonpaal in de 's-Heer Hendrikskinderenstraat, ca. 1900. (Alle afbeeldingen: collectie gemeentearchief Goes.) 33

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2016 | | pagina 35