Afb. 2. Binnenzijde van de
Oostpoortingekleurde foto
van B.D. Cohen, 1856. (Collec
tie gemeentearchief Goes.)
economische bedreiging gezien. En op 19
mei 1795 besluit hetzelfde bestuur om, van
wege de gespannen politieke toestand, de
jaarmarkt helemaal maar niet te houden.
Een verzoek van enkele joodse kooplui om,
in augustus van dat jaar, twee of drie da
gen op de markt hun waren te mogen ver
kopen wordt afgewezen. Hetzelfde gebeurt
met een verzoek om met porselein langs de
deuren te mogen leuren.
Een aantal jaren eerder, in 1767, is er ook
al een probleem met een joodse inwoner.
Levi Salomons, op 24 april 1754 afgestu
deerd als doctor in de medicijnen aan de
universiteit van Tübingen (Wurtenberg),
blijkt niet te zijn wat hij beweert. Zijn bul
is een vervalsing. Hij wordt door de baljuw
van Goes opgepakt, maar weet half sep
tember 1767, door omkoping, te ontsnap
pen. Bewaker Maarten van Ottegem, die
Levi Salomons liet ontsnappen wordt door
burgemeester en schepenen voor eerloos,
meinedig en infaam om binnen de provincie
enige functie te vervullen verklaard. Van
Ottegem wordt voor altoos uit Holland,
Zeeland en Westfriesland verbannen. Zijn
kompaan in de omkoping, Huibregt Schui-
te, krijgt gezien zijn leeftijd, een ernstige
reprimande en zijn gewoon tractement
wordt hem drie maanden onthouden. Het
vonnis voor Levi Salomons is uiteindelijk
dat hij veroordeeld wordt tot verscheuring
van zijn bul en evenals Van Ottegem ver-
bannen uit Holland, Zeeland en Westfries
land.
Dan is er ook nog een incident in septem
ber 1786. Soldaat Hofman van het 2e batal
jon van generaal-majoor Houston heeft in
een dronken bui zijn wachtpost verlaten en
een joodse koopman met zijn sabel gesla
gen en gestoken. Het slachtoffer, handelaar
in schorten, banden en overige fournituren,
weet te ontkomen. Soldaat Hofman ont
komt niet aan zijn straf. Hij wordt voor zes
weken op water en brood gezet, krijgt daar
naast een boete van 37 ponden Vlaams en
wordt na uitzitten van zijn straf levenslang
uit Zeeland gebannen.
Van natie naar religieuze groepering
Het emancipatiebesluit van 2 september
1796, waarbij de joodse bevolking, die on
der het gezag van Frankrijk viel, formeel
dezelfde rechten kreeg als de overige bur
gers, veranderde in eerste instantie niet
wezenlijk hun achtergestelde situatie. De
tekst Geen Jood zal worden uitgestooten
van eenige rechten of voordelen, die aan het
Bataafse burgerrecht verknocht zijn, en die
hun begeeren mochten te genieten, mits hij
bezitte alle die vereischten, en voldoet aan
alle die voorwaarden, welken bij de algeme
ne Constitutie van iederen activen burger in
Nederland, gevorderd zullen worden garan
deerde niet dat de problemen en conflicten
opgeheven werden. Wel werd het wat min-
3