plichte minjan (tien volwassen mannen) bij elkaar te brengen.15) Dat is dan ook de reden van de brandbrief die het kerkbe stuur aan de hoofdsynagoge te Middelburg schrijft: Het UE zoude mogen behagen aan die persoonen niet toe te staan een plaats bij UE ter kerk moge huuren. Reeds onze ge meente zoo klijn bevolkt is, onze leden hoog nodig ter kerk erlangen ten einde de dienst te kunnen verrigten.16) Succesvol is deze oproep, terugkijkend, niet geweest. Het ledenaantal nam gestadig af. Door de jaren heen blijft het onrustig bin nen en buiten de joodse gemeenschap. Zo blijkt uit de advertentie in de Goessche Courant van 24 juli 1848 dat Barend Da- Afb. 5. Plattegrond van de synagoge na de verbouwing in 1881 volgens de bouwtekening. (Collectie gemeente archief Goes.) vid Cohen het niet echt kon vinden met de huisvrouw van J. Bannet die er bijzonder behagen in schept om veel over hem te spreken. De oorsprong van de onenigheid ligt vermoedelijk in het jaar 1841. Omdat Joseph Bannet (Warschau 1772 - Goes 1856) en zijn vrouw Ester Cohen (Klun- dert 1792 - Goes 1859) al jaren met alle kracht het bestuur van de synagoge te Goes tegenwerken is aan de parnassijns - de kerkbestuurders van de hoofdsynagoge te Middelburg - het verzoek gedaan om hen niet meer als lid van de gemeente te beschouwen maar hen als vreemdeling aan te merken. In feite is het een verzoek om Bannet en zijn echtgenote in de kerkelijke ban te doen. Een wel erg vérstrek kend verzoek. Maar ook op zakelijk gebied worden door joodse Bevelanders conflicten soms in de krant uit gevochten. Een voorbeeld: De 'heren' Eliaser Bannet, slagter en koopman te Goes en J.F. Koens hebben een financieel verschil van inzicht. In de Goessche Courant van 18 december 1862 laat de heer Koens zijn ongenoegen blijken over E. Bannet, die beweert dat deze hem nog 14,40 schuldig zou zijn. Koens heeft immers al op 15 december betaald. Ofschoon aan velen, is het toch niet aan alle bewoners van Zuid- en Noord-Beve land bekend, wie Eliasar Bannet, slagter en koopman te Goes is Of slager Bannet op deze poging tot reputatiebeschadiging gereageerd heeft, is nog niet teruggevonden. Een dieptepunt in al deze ellende is het volgende artikeltje dat in de Zierikzeesche Nieuwsbode van 5 december 1891 verschijnt. Bij een Israëlitische inwoner dezer stad heeft de eene of andere deugniet in den nacht van Vrijdag op Zaterdag de achterdeur van buiten zoo stevig met een touw vastgebonden, dat die van binnen met geen mogelijk heid was open te krijgen. Stel u nu voor, dat die achterdeur toegang verleent tot zeker onmisbaar klein 6 a£Zi «V/, Mf* C

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2016 | | pagina 8