'Begrepen en gefondeert'; het oprichtingsstatuut van de Kapelse rederijkerskamer De Wijngaartranke Bram le Clercq, onderzoeker Rederijkers Project Zeeland Het lijkt erop dat de parochie van Kapelle aan het begin van de vijftiende eeuw ambitieus was. In 1503 slaagde ze erin haar parochiekerk op te waarderen tot kapittelkerk.1} Maar de ambitie strekte nog verder: in 1508 stichtten enkele parochi anen ook nog een rederijkerskamer die een altaar stichtte in die kapittelkerk en het aanzien van parochie en kerk daar mee nog vergrootte.2) Die oprichting werd geproclameerd in een statuut, een tekst die de motieven voor de oprichting formu leerde, alsook de doelstellingen van het retoricagilde. Verder werd daarin de naam, de schutspatroon en de zinspreuk bekend gemaakt en een beschrijving gegeven van het blazoen. Daarna volgden allerlei reglementsartikelen die de kamerorganisa tie regelden en het gedrag van de leden in goede banen leidden. Wils ('Het retorijka gilde te Kapelle', Bij dragen voor de geschiedenis van het bisdom van Haarlem) en Van Dixhoorn ('Rederij kers in een Zeeuws dorp; oprichting en or ganisatie van de rederijkerskamer de wijn gaardranken te Kapelle in de eerste helft van de zestiende eeuw', Zeeland 10) citeren ruim uit dat oprichtingsstatuut. Van der Woude geeft ook nog een transcript van de inleiding ervan. Dit artikel presenteert een nieuwe transcriptie van het statuut in zijn geheel: niet alleen de inleiding, maar ook de bepalingen en het register daarop. Het schrift en de schrijver Er zijn twee statuten van de Wijngaart ranke bewaard gebleven. Het oudste is uit 1508, dat is overgeleverd in een afschrift van 1804. Het andere dateert uit 1595 en is bewaard in een afschrift van 1792 (Ge meentearchief Reimerswaal). Ze vertonen overeenkomst, maar ook belangrijke en veelzeggende verschillen. Die moeten in vervolgonderzoek zeker nader bekeken worden. Dat geldt ook voor de opvallende tekstovereenkomst tussen het Kapelse statuut van 1508 en dat van de Gentse rederijkerskamer De Fonteinedat dateert uit 1448.3) De tekst van het statuut van 1508 is opgeschreven in een klein cahier met het opschrift '1804-1872'.4) Verder staan in het schrift ledenlijsten, bestuurssamenstellin gen en losse aantekeningen, uit de tijd tus sen 1804 en 1872. Het oprichtingsstatuut is in het schrift de enige tekst die iets prijs geeft van buiten die periode. 54 pagina's van het schrift zijn leeg. De overschrijver maakt zich bekend als Frans Verschraage Pzn. en vermeldt dat het afschrijven gedaan is te Kloetinge in 1804. Hij was toen ongeveer 25 jaar oud, van beroep landmeter en woonachtig onder Cloetinge.5) Afb. 1. Schrift waarin het statuut van 1508 is overgeschreven(Foto's: N. Oele.) 30

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2017 | | pagina 32