in zijns zelfs boete, en in zoo veel andre als er gezellen ter kamer gekomen zijn. Art. 9 Item zoo wanneer iemand van de gildebroeders ter kamer ontboden word, apart of de gildebroeders in 't generaal, van prinse en deken, bij den gezworen bode, om eenige zaaken te modereren, aangaande de kamer ofte het gezelschap, tot een zekere uure die hem de bode zeggen zal, en niet en komt ter zeiver uure, die zal verbeuren een groote (ten zij hij eenig noodzakelijk belet hadde, en dit aan prinse, deken, beleder, of gezworen bode bekend maakte) en komt hij niet eer dat konzilud gesloten is, zoo zal hij verbeuren twee groote, en de bode in gebreke zijnde, als boven; wel verstaande zoo zal die getermineerde uure altijd zijn ten drie uuren naar middag, ten zij in eenig expres geval. //Art. 10 Item indien iemand van de gildebroeders geaccuzeerd worde, van eenige zaaken aangaande de heimelijkheid der kamer, te weten dat iemand van der kamer, tot een ander van buiten der kamer, zijde de inhoud van zijnder rolle, ofte den naam van zijnder ersonagie, ofte iemands anders, en dat bevonden word, die zal verbeuren tegen prinse en deken de boete van vijf groote. Art. 11 Item zoo zullen die bezorgers die speelen die gespeelt zullen worden, ordineren en uitgeven ter bester extimatie en middel, alzo zij best konnen, en bijdien dat iemand refuzeerde eenige rolle hem toege- schikt, 'en bij den gezwooren bode overgelevert, van prinse en dekens wege, die zal verbeuren twee groote vlaams; en indien iemand aanveerde eenige rolle, en dan ten dage daar toe geördonneert, niet bereid en waare daar mede te procedeeren, die zal verbeuren vijf schellingen, en nochtans tot eenen anderen dag de zelve rolle gehouden weezen te speelen, op hooger korrectie, wel verstaande, indien iemand binnen dezen eenige ziekte of ander acsident aan quaame, zal ze goeds tijds te voren overleveren, om een ander te leeren. Art. 12 Item alle die rollen bij het gezelschap gespeelt, zullen gelevert worden m handen van prinse, deken, of beleders, op verbeurte van elk hondert een groote, en indien ze iemand leverde gefractizeerd of vermindert, die zal verbeuren een groote, en de rolle doet verzinnen zonder des kamers kost. Art. 13 Item zoo wanneer men eenige speelen van zinne speelt, zoo zal een ïgelijk gehouden weezen te gelden tot den koste van den speele, twee groote, of hij komt of niet, en zoo daar meer verteerd word boven den stuiver, dat zullen betalen die gene die daar prezent zijn, en de abzente of die daar niet blijven willen zullen met twee groote volstaan, en voorts alle andere speelen die gespeeld zullen worden van het gezelschap, die zullen zij gezaamenderhand betaalen, elk zijn portie. Art. 14 Item waart dat eenig geschil ontstond tusschen eenige gildebroeders van de kamer, van wat zaaken dat het waare, (behalven kremineel), die openbaar betuigd worden, dat zal men terstond opnemen, en beregten, ter ordonnantie van prinse, deken, en regeerders. //Art 15 Item den beleder van dezen gezelschap nu zijnde, of naarmaals zullen mogen weezen, zullen van alle de penningen die het gezelschap verteerd hebben goede suf- fisante rekeninge doen, en die ontvangen binnen korten tijd, en het gezelschap daar van ontlasten, maar een igelijk zal gehouden zijn te betaalen binnen de maand naar dat de kosten gedaan zijn, en zo wie den beleeder of regenten der kamer schuldig is van verteerde kosten, van institutie van boeten, oft ander geordonneerd weke of maandgeld, gesustmuëerd bij den prinse, deken, met den gemeenen accoord der gildebroeders, van den naam Jezu, tot voordeel of reperatie van de kamer, ofte tot voordeel en behoefemsse van de gildebroe- 39

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2017 | | pagina 41