ders, die zal den beleder of regent ten voorsz. tijde van alles voldoen, en de regenten of prinse en deken zullen de bode belasten te gaan, naar de beklagten van den beleder of regent, ten huize van den schuldenaar, om te haaien panden voor de begrootenisse van de penningen, de welke men hem goedwillig gehouden zal zijn te geven, oft den beleders penningen, en indien iemand den bode hellast zijnde van prinse of deken panden of penningen weigerde, en rebelleerde den bode oneerlijk, of vileinige woorden gave, die zal verbeuren twintig groote vis., en dan zullen de regenten keure hebben, wat regt zij zullen zoeken, geestelijk of waereldlijk. //Art. 16 Item zo zal men alle jaare loten om eenen koning, tusschen nieuwjaarsdag en driekoningendag, ende dien koning zal zijn koningfeeste houden op eenen zondag voor vastenavond, die daar toe geordonneerd zal worden, tot welke feeste alle de gezellen tot vermaaninge van den bode gehouden zijn te komen, en met den koning vroolijk wee zen, en zullen op den driekoningendag komen in de hoogmisse, met den koning tei oblatien, daar den koning voor al gaan zal, en dan den prinse en deken met alle de gildebroeders, op de boete van vijf groote vlaams. Art. 17 Item zoo zullen prinse en deken gehouden zijn te doen speelen een prezent of aasbattemen, ter eeren van den koning en het gezelschap, en dien koning zal gehouden zijn te geven een let schapevleisch, en daar mede zal hij vrij gaan van alle de kosten die daar gedaan zullen worden, en indien eenig koning zijn eere wat bewaren wilde, met eenige parcheelen wildbraad te schenken, of wijn, zoo zal hij den prinse en deken oorlof bidden of zij het konsenteeren willen. Art. 18 Item zoo zal niemand van dit gezelschap voorn., den anderen tot eenige tijden van triumphe, geheele kroezen of glaazen vol wijn brengen, in prezentie van het gezelschap om uit te drinken, oft eenige oncuisheden, gulzigheden, of onnutschap te bedrijven, op de boete van twee grooten, ende zo en zal niemand eenige vrouwen brengen m t gezelschap, als men accordeerd of iet bedrijft, dat den prinse, deken, en regeerders believen zal, midts alle secreet t'ontpluiken, van die hem nood zal weezen, en het gemeene gezelschap aangaande is, ten zij in triumphelijke zaaken, van danzen, speelen, ETZ., en dat bij de voorn, regeerders op de boete van vier groote, behoudelijk dat elk zijn echtschap zal mogen brengen, ofte eerbaar vrouwen of maachden, en geen gemeene vrouwen of zulke compaingnie. Art. 19 Item zo zal een igelijk gildebroeder tot allen tijde van triumphe gehouden zijn ter ordonneeringe van den prinse, te zeggen een referein, balaat, of rondeel, een zinnelijk gedigt, ofte een vroolijk liedeken zingen, ter eeren van 't gezelschap, en zo wie faalgeert in zijn gedicht, dat is op de boete van drie lepelen vol mostaard uit te eeten, die hem van de regeerders gegeeven zal worden. Art. 20 Item zo en zal dit voosz. gezelschap van de wijngaartranke niet sterker mogen wezen, dan van dertig gezworen broeders, behalven de extraördineire liefhebbers der konste van retorijka die de kamer volgen bij conziunctie van regeerders en gildebroe ders. Art. 21 Item waart dat iemand den anderen vileinig of stoffeerlijk toesprak, met vloeken, liegen, of schimpige woorden, of dorps spraake van vrouwen, of in eenige manieren iemand te na sprak, prezent of abzent, of ontamelijke eeden zwe- re, zal verbeuren t' eiken reize twee groote, behoudende dus dat boven die boete van twee groote, de voorsz. regeerders die misdaat altijd mogen reformeeren tot hunwaart, op dat hunlieden die boete te klein dogte naar het verdiende, om dan correctie en bete- 40

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2017 | | pagina 42