Catharina Margaretha Saaijmans (1763-1849), drie stoplappen en de oorsprong van het vermogen van het echtpaar Vader-Saaijmans P.J.A. van Voorst Vader1} Inleiding In de zomer van 2007 heeft het Historisch Museum De Bevelanden een verzameling stoplappen tentoongesteld in de tegen over het museum gelegen Grote Kerk te Goes. Daar hingen naast elkaar de lap van Catharina Margaretha Saaijmans (1763-1849), gemaakt bij Tannetje Wac- keroet, en die van haar moeder Johanna Bomme (1730-1804), gemaakt bij Johanna van Driessen. De stoplap van de laatste is gemaakt in 1743 (afb. 1),2) die van de eerste in 1776 (afb. 2).3) Circa tien jaar na Catharina Margaretha Saaijmans, in 1794 getrouwd met Abraham Vader (1770- 1854), maakte Johanna Henrietta van Voorst (1772-1796), negen jaar jonger dan Catharina Margeretha Saaijmans en een ouder zusje van de echtgenote van Willem Lodewijk Vader (1775-1849), de jongere broer van Abraham Vader, ook een stoplap bij Tannetje Wackeroet (afb. 3).4) Mevrouw P. den Os - van Leijen, vrijwillig stop- merklappenconservator van het museum, heeft zich verdiept in de geschiedenis van diegenen, die de stoplappen vervaardigden. De afbeelding van de stoplap van Catha rina Margaretha Saaijmans (afb. 2) en de meeste hier vermelde genealogische gege vens zijn van haar afkomstig. De auteur prijst zich gelukkig, dat zij met hem de rijke oogst van haar onderzoek heeft willen delen.5) De stoplappen Op de stoplap van Johanna Bomme is de volgende tekst geborduurd: ANNO 1743 BEGONNEN DEN 28 VAN LOUMAAND DOOR MY GEDAAN JOHANNA BOM ME DOOR ONDERWYS VAN JOHANNA VAN DRIESSEN. Zij gebruikte zijden garen op katoenen borduurstof. Begonnen werd met het middenstuk, het zogenaam de 'huis met trapgevel', gemaakt door het doorstoppen van de stof met verschillende kleuren garen. De versiering, de verspie ders in Kanaan, werd geborduurd met een kruissteek evenals de letters. Ter plaatse van de 'dakrand' drie randjes met puntjes in een vuisteek met daar tussen nestel gaatjes. Rondom het 'huis' twaalf stoppen, waarvan vier hoekstoppen. Voor het maken van de stoppen werden in de stof vierkante gaten gemaakt. Opvallend is rechtsboven de kleine tricot- of maasstop, in twee kleu ren groen, niet gebruikt om stof (textiel) te herstellen, maar voor herstel van breiwerk (Frans: tricoter breien). Johanna van Driessen was als handwerklerares actief in de jaren 1743-1745, uit welke tijd van haar drie leerlingen bekend zijn.6) De stoplap van Catharina Margaretha Saaijmans bevat de volgende tekst: DOOR MIJN GEDAAN CATHARINA MARGA- RETA SAAYMANS DOOR ONDERWIJS VAN TANNETJE WACKEROET VOL- TROCKEN DEN 31 VAN WINTERMAAND IN HET JAAR 1776. Ook geborduurd met zijden garen op katoenen stof. Centraal een variant van een 'huis', met fraaie versie ringen. Rondom het 'huis' veertien stoppen, geen hoekstoppen. De schuine zijden onder het 'huis' (de 'trap') zijn stopjes om een snee te herstellen. De stoplap bevat geen tricotstop. Tannetje Wackeroet, als hand werklerares actiefin de jaren 1776-1795, had vijftien leerlingen.6) De eerste was C.M. Saaijmans, de laatste E.A. Wisse. Op de stoplap van Johanna Henrietta van Voorst, minder goed bewaard gebleven dan de andere twee, is de volgende tekst gebor duurd: DOOR MIJ GEDAAN JOHANNA HENRIETTA VAN VOORST DOOR ON DERWYS VAN TANNETJE WACKEROET BEGONNEN DEN 2(8?) FEBRUWARY 1785 EN GEEYNDIGT DEN 12 MEI 47

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2017 | | pagina 49