en de Goese Polder. Tijdens één van deze
wandelingen bedreven ze voor het eerst
de liefde.17) Ongeremd en tot over hun
oren verliefd. Bijna zestig jaar later wist
Tinus het nog zeer beeldend te beschrijven.
Zonder gêne beschrijft hij de hartstochtelij
ke vrijpartijen. Binnen een jaar was Coba
zwanger. Onbezorgd voor wat er komen
ging zagen ze zich al achter de kinderwa
gen lopen. Ook de ouders van weerskan
ten waren verheugd. Vaak lezen we over
deze periode van bittere armoede maar bij
Tinus en Coba lezen we daar niets over.
Omdat Coba nog geen zestien jaar was,
vroegen ze toestemming aan de konin
gin.18) Die kregen ze en op 29 maart 1917
trouwden ze in Goes en gingen ze inwonen
bij de ouders van Coba in de nog steeds
bestaande, niet al te grote woning, aan de
M.H. Trompstraat E55.19) Binnen twee jaar
werden er twee zoontjes geboren, Cornelis
Jacobus Schipper, geboren op 30 mei 1917
en Jacobus Cornelis Schipper, geboren 20
oktober 1918.20) Om als pas getrouwde
man en vader meer te kunnen verdienen
ging Martinus naar Oostburg. Hij zag daar
van dichtbij de verschrikkingen van de
Eerste Wereldoorlog, zoals de dodendraad
als grens tussen het neutrale Nederland en
het in oorlog verkerende België.21) Na en
kele maanden keerde hij terug naar Goes
om al snel met zijn gezin naar Maastricht
te vertrekken, waar hij een nieuwe baan
had gevonden.22) Het jongste kind bleef
achter bij de ouders van Coba. Uit het boek
krijg je de indruk dat het financieel goed
gaat met het jonge gezin en hun familie.
Ook werden ze geholpen door de ouders
van Coba. Er kwamen nieuwe meubels en
er werd uitgegaan. Opnieuw krijg je de
indruk dat er geen armoede was bij het
jonge stel. In 1921 was het loon van Tinus
37,50 per week. Dat is niet uitzonderlijk
hoog, maar juist in de jaren twintig van
de twintigste eeuw stegen de lonen fors.
In 1918 was het gemiddelde weekloon van
een timmerman in Amsterdam 26,00. In
1919 was dit 36,45, in 1920 48,60 en in
1921 57,60.23) Mogelijk dat in Maastricht
de lonen lager waren. Desondanks was het
loon van Martinus door deze veranderin
gen wel flink gestegen.
Overlijden
Het geluk duurde echter niet lang want
Coba werd ziek, naar later bleek had ze
tering, een ander woord voor tuberculose,
de gevreesde volksziekte. Op 1 juni 1921
overleed Coba in het huis van haar ou
ders in Goes.24) Op zaterdag 4 juni 1921
werd de negentienjarige Coba begraven
op de Algemene Begraafplaats in de Goese
Polder, waar ze geregistreerd werd onder
nr. 212.25) Haar graf is niet meer terug te
vinden. Wel is van de familie bekend dat
Martinus in 1964 het graf nog heeft be
zocht. Als fotograaf zal hij ongetwijfeld ook
foto's hebben gemaakt van het graf. Deze
zijn echter niet meer gevonden. De familie
vermoedt dat hij deze heeft vernietigd om
dat de herinnering te pijnlijk was.26)
Na het overlijden van Coba keerde Mar
tinus terug naar Maastricht. Zijn twee
zoontjes bleven bij zijn schoonouders in
Goes wonen.27) Aan het eind van het jaar
Afb. 6. Woonhuis van fotograaf Magielse
in de Lange Vorststraat te Goes. (Collectie
gemeentearchief Goes.)