decennia hebben nodig gehad om - na de
nodige tegenspoed - enig kapitaal op te
bouwen en eigen grond te verwerven.29) We
zien ook op Zuid-Beveland dat de boeren in
plaatsen met veel relatief nieuwe polders,
zoals Borssele, Wolphaartsdijk en 's-Heer
Arendskerke, pas in de tweede helft van
de zeventiende eeuw tot rijkdom komen.
Dan heeft echter al een daling in de prijzen
van landbouwproducten ingezet, die tot het
midden van de achttiende eeuw zou duren.
Deze periode van voorspoed is in Zeeuws-
Vlaanderen en Noord-Beveland waar
schijnlijk te kort geweest om een stabiele
elite te kunnen vormen. In oude land van
Zuid-Beveland lag dat echter anders. Daar
was al een rijke bovenlaag aanwezig, die
zich in de zeventiende eeuw grotendeels
kon handhaven. Of de boerenbovenlaag op
langere termijn meer van de economische
voorspoed heeft kunnen profiteren dan
kleinere boeren, zoals Van Cruyningen
beschrijft voor het achttiende-eeuwse weste
lijk Zeeuws-Vlaanderen, is denkbaar, maar
dient nader onderzocht te worden. Ook in
de oude polders van Zuid-Beveland hebben
grotere bedrijven meer ruimte gehad voor
risicospreiding en koopmanschap, al zullen
door de versnippering van percelen de
schaalvoordelen iets minder zijn geweest.
Wat Zuid-Beveland ook doet verschillen
van andere Zeeuwse gebieden is de aan
wezigheid van een regionaal georiënteerd
stedelijk centrum: de stad Goes. Noord-
Beveland en westelijk Zeeuws-Vlaanderen
missen een stad van enige omvang, en op
Walcheren - en in mindere mate ook op
Schouwen - was het verschil in oriëntatie
tussen de internationaal opererende steden
en het omringende platteland wellicht te
groot. Op Zuid-Beveland kon een vrucht
bare symbiose ontstaan tussen stad en
platteland.30) De rijkheid aan relaties tussen
Goes en het platteland gaat dit artikel te
buiten, maar waar ik hier de aandacht op
wil vestigen is dat de bovenlaag van Goes
niet alleen economische relaties onderhield
met het omringende platteland. Er was ook
migratie van en naar de stad en er werden
Afb. 5. Blad met gouden, zilveren en koperen geldmunten (1581-1780) en zilveren muntstukken
(1572-1580) (voor- en achterzijde), geslagen door de provincie Zeeland (uitsnede).
(Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap, Zelandia Illustrata, deel III, nr. 791.)
11