Afb. 2. Het stadhuis te Goes. Staalgravure door J.M. Kolh naar een tekening van Chr. Schiller,
1862. Totdat in 1865 de gevangenis aan de Albert Joachimikade in gebruik werd genomen
deden verschillende vertrekken in de rechtertoren van het stadhuis dienst als gevangenis.
(Collectie gemeentearchief Goes.)
werden voor kinderen die een strafbaar feit
hadden gepleegd volledig andere maatsta
ven aangelegd dan in de periode 1809-1811.
In de geest van de Verlichting werd, met een
leeftijdsgrens van zestien jaar, onderscheid
gemaakt tussen volwassenen en jonge
boefjes, die een mildere straf kregen.
Het oordeel des onderscheids
Jonger dan zestien jaar waren het dus
'kinderen' als ze voor een vergrijp voor de
rechter kwamen. Ze werden dan milder
gestraft. Als regel kregen ze de helft van
de straf opgelegd die een volwassene voor
hetzelfde vergrijp zou krijgen. Het antwoord
op de vraag öf het kind een straf kreeg
opgelegd was afhankelijk van één criterium
en wel of het kind wel of niet met oordeel
des onderscheids had gehandeld. Was het
kind op het moment van het plegen van een
misdrijf zelf doordrongen van het verschil
tussen 'goed en kwaad'? In vele gevallen ging
het om een verhoudingsgewijs tamelijk onbe
tekenende diefstal. Was het kind zich echt
bewust van het verschil tussen het 'mijn en
dijn'? Handelde het kind uit eigen beweging
of waren het de in grote armoede verkerende
ouders die het kind met alle risico's van dien
op dievenpad stuurden? Vaak zal dat zeker
een rol hebben gespeeld, maar dit laatste
argument speelde in het bepalen van het al
of niet strafbaar zijn geen enkele rol.
16
J MXotb
v*ce tij 0 G '..«tTige aarmdaAl
(Sf X
GROOTE MARKT, KERK EN STADHUIS
Ihtgaver 0.&.va.Yi Goorte Öwxa.