Boekpresentatie en bijzondere streeksieraden in
vitrines in de Kloostergang van het museum
«piki
Afb. 1. Puntschede met mes en vork. (Foto's H. van Rees.)
In het Historisch Museum De Bevelanden
zijn op dit moment bijzondere streeksie-
raden te zien. Deze expositie valt samen
met de presentatie op 8 mei van het boek,
geschreven door Piet Minderhoud, met als
titel Van de Goudsmid, de historie en de ont
wikkeling van Zeeuwse en andere sieraden.
Dit is de derde druk van het boek over
streeksieraden dat Piet Minderhoud heeft
geschreven. Maakte de beperkte oplage van
de eerste de tweede druk noodzakelijk, nu,
zeven jaar later is een derde druk versche
nen. Al zijn sommige hoofdstukken hetzelfde
gebleven, de uitgave is toch volledig herzien
met verbeteringen, aanvullingen en veel
foto's. Vondsten met metaaldetectoren
hebben een grote rol gespeeld, en spelen die
nog steeds, bij het begrip voor de ontwikke
ling van streeksierraden. Voor liefhebbers
is dit boek een must. Voor niet-Zeeuwse
belangstellenden interessant om over die
ontwikkeling eens te lezen.
Gaan de meeste hoofdstukken over
Walcheren, Zeeland of de rest van
Nederland, hoofdstuk 3 gaat specifiek over
de 'stikken' op Zuid-Beveland. Geen stikken
echter zonder oorijzer! Daarom eerst iets
over het oorijzer. Het oorijzer was nodig
om de muts erop vast te zetten en moest
daarom een beetje klemmen rond het hoofd.
Ze zijn in de zestiende eeuw ontstaan in
de burgermode. Het begon als een smalle
metalen beugel die om het achterhoofd werd
gedragen en door een bocht eindigde op de
wangen. Met de muts op, zag je dus alleen
de uiteinden. Er waren diverse vormen van
uiteinden die de druk op de wang iets aan
genamer moesten maken, maar ze kregen
ook een sierfunctie. Vaak was er een bolle
tje of knopje aan het eind, maar er kwam
ook een variant waarbij het uiteinde werd
omgeslagen en waar een gaatje in zat om
iets aan te hangen. Dit omgeslagen uiteinde
werd in de loop van de zeventiende eeuw
groter en breder en verfraaid met motiefjes.
Dankzij bodemvondsten is nu bewezen dat
deze vorm de voorloper was van de stikken.
Dit model is in een groot deel van Nederland
gedragen tot, in de achttiende eeuw, de
ontwikkeling verder ging. In Zeeland kwam
toen het oorijzer met de krullen in de mode,
Zuid-Beveland bleef als enige in de provincie
de 'stikjes' trouw.
Hester van Rees
28