Afb.3. Piet Geelhoed als kok in Engeland. van fracties die zich aan gevangenneming (of erger) konden onttrekken, kreeg de nieuwe provisorische stelling langs de Zuid- Willemsvaart daarom vanuit de sector Mill geen troepen ter bezetting. De menselijke en materiële schade die werd opgelopen bij de Peel-Raamstelling was groot. Dertig Nederlandse militairen waren gesneuveld, 51 boerderijen, 33 woningen en een fabriek in Mill waren vernield. Het aantal gesneuvelde Duitse militairen bedroeg volgens de Duitse krijgsrapporten 103 man voor beide betrokken regimenten. Alleen voor het regiment IR.456, dat in hoofdzaak de strijd bij Mill leverde, is het aantal gewonden en vermisten gegeven: 136 man. Dat was een aanzienlijke tol. Desondanks was men er in één dag in geslaagd de belangrijkste weerstand in het zuiden van Nederland te breken. Vanuit Brabant naar Engeland Maris Geelhoed vertelt verder het verhaal over z 'n vader: Na een chaotische terug tocht uit de Peellinie, met paarden die op hol waren geslagen en op een zeker moment moesten worden achtergelaten, trok een aantal soldaten via Tholen naar Zeeuws- Vlaanderen. En daarvandaan trokken de mannen langs de Belgische kust vermoede lijk naar Duinkerken. Daar staken ze Het Kanaal over naar Engeland, net voordat dit niet meer kon vanwege de Duitse bezetting en aanwezigheid. Het was op het nippertje. Op 23 mei 1940 was Piet Geelhoed in ieder geval in Engeland. Eerste brief vanuit Engeland Vanuit de plaats Congleton waar hij gele gerd was, schreef Piet z 'n eerste brief naar huis. De brief was gedateerd op 29 november 1940 en kwam via Lissabon aan op Noord- Beveland. Later verliep de correspondentie met het thuisfront via het Internationale Rode Kruis (Croix Rouge). Dat waren korte, zakelijke briefes die niet meer dan 25 woorden mochten bevatten. Die briefjes gingen heen en weer. Je kon er op reageren en weer een brief retour zenden, eveneens van hooguit 25 woorden. De brieven werden gecensureerd. Afb. 4. Piet Geelhoed te midden van zijn collega's, waarschijnlijk in oktober 1945. 33

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2017 | | pagina 35