Afb. 7. Het oorlogsherinneringskruis. Vervolg verhaal van soldaat Piet Geelhoed Zoals gezegd was ook Piet Geelhoed aan gesloten bij de Prinses Irene Brigade. Hij diende er als kok in de officiersmess. In Engeland heeft hij eens meegewerkt aan het samenstellen van een kerstdiner. Gelet op zijn leeftijd, hij was toen bijna 36 jaar, is hij op 15 april 1944 ingedeeld bij het Troependetachement Militair Gezag onder commando van generaal-majoor Kruis. Hij is weer op het Europese vasteland aange komen in november 1944. Op 16 november waren ze in Brussel en op 21 november in Eindhoven. Hij was toen inmiddels soldaat der eerste klasse. De soldaten van de Prinses Irene Brigade, waaronder dus ook Piet Geelhoed, werden na de oorlog benoemd tot Ereburger van de stad Wolverhampton. Thuisfront in Stroodorp Hoe ging het nu met het thuisfront in Stroodorp tijdens die oorlogsjaren? Het was een moeilijke tijd, vooral voor moeder zegt Maris. Hij weet zich nog te herin neren dat zijn broer en hij om beurten bij de grootouders sliepen. Alle vier de grootouders woonden ook in Stroodorp. Moeder Geelhoed-Versluijs kreeg van de gemeente Wissenkerke, waaronder ook Kamperland en Stroodorp in die tijd vielen, een uitkering van 9,00 per week. In de oorlogsjaren heeft Maris - dat weet hij zeker - nooit honger geleden. Z'n opa en oma hadden kippen en van tijd tot tijd werd er een varken geslacht, en ook wel eens een schaap. Ook ander voedsel was er voldoende. Aardappelen werden zelf gekweekt, evenals groenten in de tuin. Piet terug in Stroodorp Op zondag 19 november 1944 om vier uur 's middags, nadat iedereen van de kerkgang weer thuis was, waren Maris, zijn moeder en zijn broer Adrie op bezoek bij de grootou ders Versluijs. Toen kwam Maris' zijn oom Willem opeens binnen met de vraag of er nog nieuws van Piet was. Nee, er was al een tijd geen nieuws ontvangen. Toen zei Willem direct daarna: Hij is bij ons. Daar kwam vader aangelopen. Maris herkende hem niet. Je moet niet vergeten dat ik hem amper gekend had uit de tijd dat hij nog thuis was. We waren nog maar jonge kleuters toen... Piet Geelhoed had heel wat spullen bij zich. Die zaten in zijn plunjezak. Wat er allemaal in zat? Veel sigaretten, jam en cornedbeef. Die avond werd als gewoonlijk de brood maaltijd klaargezet. Maris weet nog dat zijn vader vroeg: Lusten jullie jam? Nou, dat lustten we wel. Maar we hadden nog liever cornedbeef..., vertelt Maris. Het was een gezellige maaltijd. We hoorden vader vertellen dat hij met een jeep vanuit Antwerpen naar het Wolphaartsdijkse Veer was gekomen en van daaruit was overgeva ren naar Kortgen ersluijs. 's Avonds gingen ze met z 'n allen naar opa en oma Geelhoed. De kamer zat vol met bekenden. Daar werd gerookt... Engelse Players werden opgestoken. Maris vertelt: De lucht zag er blauw van en vader was stomverbaasd dat Adrie ook al rookte, hij had het geleerd met een sigarettenpeuk op een speld. Dit alles herinnert Maris zich nog goed. Aan het eind van die dag sliep Piet Geelhoed voor het eerst in jaren weer in de bedstee. De vol gende (maandag)morgen fietsten Maris, zijn vader, zijn opa Geelhoed en broer Adrie naar het veer te Kortgene en werd de fiets weer ingeleverd. Op maandag 20 november moest 36

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2017 | | pagina 38