Vroeger waren er geen voorbehoedsmid delen. Nu zijn ze er wel, maar worden ze officieel door de kerk verboden. Was je niet tijdig 'voor het zingen de kerk uitgegaan' met als resultaat een 'motje', dan kwam je er slecht vanaf. Het was een schande en vaak was het inzegenen van het huwelijk een zeer sobere aangelegenheid en vond deze plaats in een gewone doordeweekse viering, op een zijaltaar of in de sacristie. Trouwen in het wit was uitgesloten. Afb. 2. Het interieur van de rooms-katholieke kerk van 's-Heerenhoek. Op het priesterkoor staat H.J. Stoopman, die van 1900-1908 pastoor was. (Uit: J. de Ruiter, 's-Heerenhoek, dorp tussen slicken en blieken, Goes 2001.) Huwelijken werden in hoofdzaak uit liefde gesloten. Toch was er soms ook sprake van een sociaal aspect wanneer bijvoorbeeld een vrouw weduwe werd en met een aantal kinderen achterbleef. Er was tot 1959 geen sprake van weduwengeld en was men aangewezen op de armenzorg van de gemeente en de caritas van de kerk.Het gebeurde dat iemand zich bekommerde om de weduwe en met haar trouwde. Na het sluiten van het huwelijk volgde vaak nog gezinsuitbreiding. Aan het huwelijk ging meestal een verloving vooraf. De cadeaus bestonden als regel uit goederen die ze goed konden gebruiken voor de uitzet. Vaak had het meisje een verlang lijstje, zoals dat vandaag de dag nog gebrui kelijk is. De verlovingsring was meestal dezelfde als de trouwring. Links werd de verlovingsdatum gegraveerd met daarbij de naam van de verloofde en later, rechts, de trouwdatum. Tijdens de verlovingstijd werd de ring rechts en na de huwelijksvoltrekking links gedragen. Het was gebruikelijk dat de vrouw stopte met werken ongeacht welke opleiding zij had gevolgd. In het verleden had men weinig vrije dagen en speelde het uitgangsleven zich binnen het eigen dorp af. De Jeugdhoeve was een uitgelezen plaats om elkaar te ontmoeten tijdens de dansavonden. Er was een zesdaagse werkweek en naast de helaas afge schafte kerkelijke- en nationale feestdagen kende men weinig vrije dagen. Kermis en later carnaval in 's-Heerenhoek en de kermis in Heinkenszand en Kwadendamme en de andere katholieke dorpen in de omgeving, Lewedorp en Ovezande, waren uitgelezen plaatsen om elkaar te ontmoeten. Het is dan ook niet ver wonderlijk dat er zelden een huwelijk met een partner van buiten de regio werd gesloten. Later, toen er brommers en auto's kwamen, ging men naar de uitgangscentra in het westen van Brabant, naar Brasschaat in België, Kortgene, Goes en Kloosterzande. We zien dan ook dat vanaf die tijd daar toekomstige bruiden vandaan komen. Wat ook opvalt is dat 50 jaar geleden heel veel burgerlijke huwelijken gesloten werden aan het eind van het jaar en het kerkelijk huwelijk later plaats vond. Reden hiervan was dat op die manier een fors belasting voordeel te behalen was. Hoe later in het Éüfi f 39

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2017 | | pagina 41