J ft J 3 6 C
y 1
f i /.f if, j il''\
r, \f
Afb. 1. Heerenpolder Wolphaartsdijk 1693,
Collectie Perponcher, inv.nr. 338
(Afb. 1 - 4: collectie gemeentearchief Goes.)
zo hoge mogelijke aanslag zal de bevolking
zich liever iets armer voordoen dan ze is. Het
eerste kohier van 1622 lijkt de vermogens
laag in te schatten, maar in de jaren daarna
blijven de kohieren redelijk consistent.10)
Indien een verhoging of verlaging wordt
doorgevoerd wordt hier tot 1641 geregeld een
reden bij vermeld. Bij een te hoge inschatting
protesteren de aangeslagenen, zoals blijkt uit
verzoekschriften die bewaard zijn gebleven.n)
Een enkele keer kan ook een vergelijking met
een boedelinventaris worden gemaakt, maar
dit is te sporadisch om een goede vergelijking
mogelijk te maken.12) Voor de analyse ga ik
er van uit dat tot 1654 de inschattingen in de
kohieren in absolute en relatieve zin grofweg
correct zijn en dat het vermogen van de aan
geslagenen eerder iets te laag dan te hoog is
ingeschat. Voor de periode daarna is de accu
raatheid in absolute zin minder duidelijk,
maar de onderlinge verhoudingen blijven wel
consistent en de kohieren worden zodoende
in relatieve zin betrouwbaar geacht.13)
De opbouw van dit artikel is als volgt.
Eerst wordt de economische bovenlaag aan
het begin de bestudeerde periode nader
geanalyseerd, op basis van het kohier van
1626.14) Hoe groot was deze groep en hoe
rijk waren deze mensen? Van de groep
meest vermogende plattelanders wordt
een verdere schets gegeven. Vervolgens
wordt de continuïteit en dynamiek in de
vermogensposities geanalyseerd en worden
verschillende oorzaken van verrijking en
verarming aan de orde gesteld, met name de
huwelijkspolitiek en het ondernemerschap.
Ter illustratie wordt de familie Dominicus
uitgewerkt, die in de zeventiende eeuw - en
lang daarna - in staat is gebleken zich aan
de top van de plattelandssamenleving te
handhaven. Vervolgens worden de rijkste
inwoners van 1666, tegen het einde van de
in dit artikel bestudeede periode, vergeleken
met de bovenlaag van 1626. We besluiten dit
artikel met een reflectie op de rijkdom van
de plattelandsbewoners van Zuid-Beveland,
het ontwikkelingspatroon hierin, en de even
tuele vorming van een plattelandselite. Ook
worden enkele lijnen voor verder onderzoek
aangeduid.
De rijksten van 1626
Om een beter beeld te krijgen van de vermo
gensstructuren op Zuid-Beveland aan het
begin van de bestudeerde periode onderwer
pen we het kohier van de 1.0006 penning
3