Elders in het land Intussen waren er op veel plaatsen tentoon stellingen en feesten gehouden. Optochten met historisch-allegorische praalwagens maakten in veel gevallen deel uit van het programma. Onder andere in Den Haag, Groningen (daar verbeelden de voorstellin gen de stappen die Nederland had gemaakt op het gebied van wetenschap en cultuur) en Utrecht, waar de optocht twee dagen duurde met wagens als De Eendracht des Lands. Ook werd in veel kustplaatsen de landing van de prins van Oranje nagespeeld, uiter aard ook in Scheveningen. Tentoonstellingen waren er onder andere op het gebied van land- en tuinbouw: in Breda, Boskoop en Apeldoorn; nijverheid kreeg volop aandacht in Zwolle, Tilburg en Leeuwarden, oud-kerkelijke kunst stond centraal in Den Bosch en Noord- Nederlandse kunst van voor 1575 in Utrecht. De grootste tentoonstellingen en manifes taties vonden echter plaats in Amsterdam. Heel de zomer waren er activiteiten en die vonden hun hoogtepunt in de tweede week van september, toen er een 'feestweek' geor ganiseerd werd. Er was onder andere een groot klederdrachtenfestival, een sportfeest, veel muziekuitvoeringen en een optocht van versierde en verlichte vaartuigen op de Amstel. Tijdens de feestweek waren er diverse bezoeken van koningin Wilhelmina. Heel de zomer waren er grote tentoonstel lingen. Vooral de Eerste Nederlandsche Tentoonstelling op Scheepvaartgebied (ENTOS) trok, met ongeveer een miljoen bezoekers, enorm veel belangstelling. Goede tweede was de tentoonstelling De Vrouw 1813-1913op landgoed Meerhuizen aan de Amstel, met 300.000 bezoekers. Bij deze tentoonstelling werd het leven van de vrouw in 1813 vergeleken met dat in 1913. Er was aandacht voor arbeid, er werden modefilms vertoond en er waren sportde- monstraties van onder andere gymnastiek, schermen en roeien. Verder was in het Paleis voor Volksvlijt de Internationale Grafische Tentoonstelling te zien en in het Willemspark de Tentoonstelling Huis en Tuin. Tussen alle festiviteiten was er nog een belangrijke gebeurtenis: de opening van het Vredespaleis in Den Haag. Eigenlijk de aanleiding voor het opstellen van het Plan 1913. Die opening vond plaats op 28 augus tus, in het bijzijn van koningin Wilhelmina, prins Hendrik, koningin-moeder Emma en de hoofdsponsor van het gebouw Andrew Carnegie. De bouw van het Vredespaleis vloeide deels voort uit het verlangen van Nederland om weer een belangrijke inter nationale rol te spelen. Na de Gouden tijden van weleer, speelde Nederland op het inter nationale toneel nog slechts een bijrol. De grote mogendheden maakten nu de dienst uit. In de jaren rond de eeuwwisseling leken echter betere tijden aan te breken voor ons land. De internationale vredesconferenties die in 1899 en 1907 in Den Haag gehouden waren, hadden geleid tot de oprichting van een Permanent Hof van Arbitrage en het Vredespaleis zou daaraan onderdak bieden. Bij veel Nederlandse intellectuelen leefde het idee van Den Haag als 'hoofdstad van de wereldvrede' en zelfs leken er gelukkige kansen op een leidende wereldrol. Helaas heeft de ingebruikname van het Vredespaleis niet kunnen voorkomen dat minder dan een jaar later de Eerste Wereldoorlog uitbrak.27) Hoe dan ook, bij velen was de blik niet zozeer gericht op het verleden, op het herdenken, maar op de toekomst. Er was economische vooruitgang, nieuw elan in de kunst, er was emancipatie op verschillende gebieden: de positie van de vrouw, onderwijs, kiesrecht en algemeen was er een gevoel van tevredenheid in het land.28) In die sfeer kwam een nationale viering als die van 100 jaar onafhankelijkheid op een goed moment. Kattendijke 19 juli 1913 Een van de grootste Zeeuwse onafhankelijk heidsfeesten werd op 19 juli in Kattendijke gehouden. In andere plaatsen werd het feest nogal eens gecombineerd met de verjaardag van koningin Wilhelmina op 31 augustus. In Kattendijke bleef men dicht bij 18 juli, de dag waarop in 1815 de Fransen bij Waterloo definitief verslagen waren. De feestelijkheden duurden de hele dag van acht uur 's morgens tot tien uur 's avonds. Voor de middag was er onder 20

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2017 | | pagina 22