Scheepsverkopingen in Mechelen van verkopers uit
Zuid-Beveland in de zestiende eeuw
Frangois van der Jeught
Vooraf
Mechelen, gelegen tussen Antwerpen en
Brussel, was sinds de Middeleeuwen een
Heerlijkheid, een zelfstandige stadstaat,
met een statuut dat ongewijzigd bleef tot
in 1795. In de dertiende en de veertiende
eeuw was Mechelen een bloeiende, rijke stad
dankzij de lakennijverheid. Het Mechelse
wollen laken was van uitzonderlijke kwa
liteit en werd, via de jaarmarkten van
onder meer Frankfurt, uitgevoerd tot in
Kiev en Gdansk. Het was in deze periode
dat de stenen stadsomwallingen werden
gebouwd met twaalf enorme stadspoorten.
Maar ook de lakenhalle (dat is het huidige
stadhuis), het schepenhuis en een aantal
gotische kerken dagtekenen uit de veer-
tiende-vijftiende eeuw. Vanaf 1452 werd de
machtige Sint-Romboutstoren opgetrokken
onder leiding van generaties bouwmeesters
Keldermans.
Mechelen is de oude hoofd- en hofstad van
de vroegere Nederlanden. In 1473 verhief
de Bourgondische hertog Karei de Stoute
Mechelen tot zetel van het 'Parlement', later
'Grote Raad'. De Grote Raad van Mechelen
bleef het hoogste gerechtshof van de toen
malige Nederlanden tot zijn opheffing
in 1795. Margareta van York, zus van de
Engelse koning Edward IV en weduwe van
Karei de Stoute, hield in Mechelen haar
residentie tot aan haar overlijden. Van 1507
tot 1530 was Mechelen onder het bestuur
van landvoogdes Margareta van Oostenrijk
de feitelijke hoofdstad van de Nederlanden.
Aan haar hof werden haar neefjes en
nichtjes opgevoed, onder wie Karei. Hij werd
later keizer Karei V, de heerser over 'een rijk
waar de zon nooit onderging'. Mechelen was
de stad waar Karei V het langst ononderbro
ken verbleef.
De aanwezigheid van het hof en de Grote
Raad was een aantrekkingspool voor
kunsten, ambachten, handel en nijver
heid in de stad. In de zestiende eeuw was
Mechelen onder andere het centrum van
de wapenindustrie en de wapenhandel in
de Nederlanden. Hier werd de keizerlijke
kanongieterij opgericht. In de binnenstad
aan de Dijle kwam het wapenarsenaal, dat
vanaf 1551 officieel het algemeen depot was
van de artillerie in de Nederlanden. Net
30