Afb. 3. Model van een pleitcirca 1570, reconstructie. (Uit: C. Dekker, Een schamele landstede, Goes 2002.) Afb. 4. Model van een kogge, met stevenroer en vaste kastelen, veertiende vijftiende eeuw, reconstructie. (Uit: C. Dekker, Een schamele landstede, Goes 2002.) schepenbank, in handen te hebben. Hiermee kon hij eventueel bij wanbetaling de tegen partij (laten) dagvaarden. In deze bijdrage belicht ik de zestien minuten (uit de 1.142 die bewaard bleven), van scheepsverkopingen die verkopers van Zuid-Beveland lieten opmaken voor de Mechelse schepenbank in de periode 1537-1577. De paasstijl van de akten werd omgezet in nieuwe stijl.3) Verkopers uit Beerlant (Baarland) Op 1 april 1540 liet Pauwelse Mesure, scipper van Berlant in Zeellant, de verkoop registreren van een heude aan Mechels schipper Jan de Peyster de oude. De koopsom bedroeg 9 pond groten Vlaams, die in twee termijnen, telkens op Kerstmis, moest betaald worden. Zijn broer France de Peyster en Henrick van Oistenrijck alias Luycx stonden borg voor de betaling. Een heude was een vrachtschip uit de vijf tiende en de zestiende eeuw bestemd voor de binnenvaart. Cornelissen Mosuer, woenende in Berlant verkocht in Mechelen op 9 april 1562 een heude met gewand en toebehoren voor 19 pond groten Vlaams aan Mechels schipper Roeland Viers. Het bedrag moest hij jaar lijks met Pasen afbetalen met 6 pond en het laatste jaar met 7 pond groten Vlaams. Vermoedelijk waren Cornelissen Mosuer en Pauwelse Mesure (naaste?) verwanten.4) Verkopers uit Goes Jan Bode, scipman en poorter van Goes ver kocht op 23 april 1537 aan Mechels schipper Gooris de Dulle voor 15 pond groten Vlaams de heude De Valckmet gewand en toebeho ren. Gooris moest de koopsom binnen de drie jaar afbetalen. Datzelfde jaar op 3 september ruilde Rommond van den Stocke zijn heude met de heude van Janne Aelbrechts uit Goes. Omdat het vaartuig van Aelbrechts in betere staat was, betaalde Van den Stocke hem extra 28 pond groten Vlaams. Hij moest dit bedrag in zes termijnen afbetalen telkens op Kerstmis, waarvoor hij het schip als pand stelde. Van den Stocke mocht de heude niet verkopen zolang het niet afbe taald was. Hij mocht metten selven scepe niet ter zee wert varentenzij hij bijkomend aan Janne Aelbrechts voldoende borg zou stellen. Op 8 november 1565 verkocht Adriaenen Cornelissen, scippere van der Goes in Zeelandt, een heude voor 123 karolusgul- den (elke gulden gerekend aan 20 stuivers Brabants) aan Jacop van der Voort, schipper van Mechelen. In twee betalingen, telkens op Sint-Mertensmisse (11 november), moest hij de koopsom vereffenen. De Mechelaar Wouter Christiaens stond voor hem borg. Mechels schipper Hendrick van Everslaghe verklaarde op 1 december 1569 dat hij Willem de Gortter 238 karolusgulden verschuldigd was (elke gulden gerekend 33 1

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2017 | | pagina 35