Hamerstee, Edekinge, Nieuwerkerke, het Noord-ambacht van Emelisse met Ser Wittekinderen ambacht, Worde-Meershoek, Welle, Coninkhem, Geersdijk, Wissenkerke, Soetelingskerke en Kampen. Emelisse is verdwenen onder het slib. Het enige monument op dit ogenblik, van voor de vloed van 1530, is de toren van Kortgene, dat wil zeggen dat de nieuwe toren om de oude is heen gebouwd. Pas in 1592 denkt men aan de inpoldering van een gedeelte van het verdronken land Noord- Beveland. Voorjaar 1598 begon men te bedijken. De inpoldering moet voorspoedig verlopen zijn want al op 25 juni 1598 schre ven dijkgraaf en gezworenen aan Philips Hohenlohe, dat Godlof over enige dagen het land is geverscht aangezien men het kleine Faal (of Valkreek) de stroom die de Colijnsplaat scheidde van Noord-Beveland, binnendijks heeft gestopt en bekraagd. Na vaststelling van het wegenplan - aldus de brief - kan tot verkavelen worden overgegaan. Samenvattend kan gezegd worden dat Emelisse op Noord-Beveland van zekere importantie is geweest tot de overstromin gen van 1530/1532 haar definitief onder het slib deed belanden. De plaats had een gasthuis, dichtbij was tot het einde van de dertiende eeuw een nonnenklooster geves tigd. Het was een haven- en marktplaats waar lombarden, ambachtslieden, schippers en handelaren gevestigd waren. Hamerstede Bij de beschrijving van Hamerstede moet onderscheid gemaakt worden tussen Oud-Hamerstede en (Nieuw)-Hamerstede. Oud-Hamerstede zal door de vloed van 5 februari 1288 zwaar getroffen zijn en bui tendijks zijn gebleven.25) In de Rijmkroniek van Melis Stoke, hij leefde circa 1250 tot na 1305 en was misschien afkomstig van Schouwen, wordt de vloed van 1288 als volgt omschreven: Ter hant darna sinte Aechten daghe [5 februari] Sende God tote ere plaghe Echter ene grote vloet ....Dat si ginghen over alt lant Dat leghet an des sewes cant [Zeeland] .Al Zeelant verdranc sekerlike Sonder Walchren [Walcheren] ende Wolphaertsdike [eiland Wolf aartsdijk] Graaf Floris V gaf op 9 augustus 1289 de abdis en convent van het klooster Noorddijk (bij Emelisse) toestemming evenveel land aan te kopen als zij in Zeeland verkopen.26) Uit de toelichting in het oorkondenboek blijkt het te gaan om toekenning van een deel van de opbrengst van weer drooggeval len land in Emelisse, Ekinge en Hamerstede dat vóór de inundatie bezit van het klooster was. Deze datering zou dan kloppen met het verloren gaan van gemelde opbrengsten na de overstroming van 5 februari 1288 zoals boven vermeld. Op 2 maart 1297 is het klooster reeds naar Waterlooswerve op Walcheren verhuisd, naar aanleiding van de overstroming. In de literatuur wordt uit gegaan van een overstroming uit 1304, geba seerd op de mededeling van Reygersberg die stormvloeden van 1530 en 1532 vermelde, echter het ligt meer voor de hand als datum van het verloren gaan van onder andere Hamerstede 1288 aan te houden, zoals Afb. 8. Kats met de haven, links boven de vermoedelijke ligging van Oud-Hamerstede. bovenstaand reeds aangegeven. Hamerstede bleef daarna buitendijks en zou teruggevonden kunnen worden buiten de dijk van het poldertje Al Te Klein ten noorden van Kats. Edekinge en Hamerstede, die samen één parochie vormde, zouden beide herbouwd worden.27) In 1318 wordt in de rekeningen van de Grafelijkheid van Zeeland onder het Henegouwse Huis door Vrederic, rentmees ter op Noord-Beveland, in de periode 23 maart 1318 30 april 1319 de ontvangst 41

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2017 | | pagina 43