waardoor uitsluitend de wettelijke regels
voor de bestemming van zijn omvangrijke
nalatenschap zouden gelden? Voor een man
met een vermogen van meerdere honderd
duizenden guldens, in die tijd een zeer
aanzienlijk bedrag, was dat nogal bijzonder.
Waarschijnlijk was hij nu ernstig ziek en
zich ervan bewust dat zijn leven ten einde
liep. Het had dan ook zomaar te laat kunnen
zijn.
Uit het vloeiende en routinematige hand
schrift is op te maken dat het geheim
testament door een ervaren schrijver (of
schrijfster) vlot op papier is gezet. Blijkbaar
een voor ons onbekende vertrouweling(e)
van de erflater. De handtekening van
de erflater ziet er nogal krampachtig en
gefabriceerd uit, duidelijk het handschrift
van een oudere persoon met een 'bibberende'
letter S op het eind. Het zes dagen later
door notaris Rembges opgemaakte officiële
testament oogt in alle opzichten een stuk
professioneler.
Zijn erfgenamen waren in de beide testa
menten dezelfde, acht neven en nichten, alle
met gelijke porties bedeeld en voor zover de
erfgenamen al overleden waren, kwamen
hun nakomelingen voor het betreffende
erfdeel in aanmerking. Eén verschil was er.
In het geheim testament van 25 augustus
had hij zijn totale bezit aan ambachtsheer-
lijke rechten - inclusief de titel 'ambachts
heer van Yerseke' - toebedeeld aan één
van de acht erfgenamen. Dat was zijn neef
Nicolaas la Grappe Dominicus, advocaat-
generaal bij het provinciaal gerechtshof te
's-Gravenhage. Voor deze geste moest door
deze bevoorrechte dan wel een fors bedrag,
namelijk 20.000,- aan de boedel worden
betaald. In het testament van 31 augustus
bleven de ambachtsheerlijke rechten onder
deel van de boedel.2'
Legaten
In relatie tot de omvang van de nalaten
schap was het een betrekkelijk klein bedrag
dat aan legaten uitgekeerd moest worden.
In het geheim testament was het 7.900,-,
verdeeld over vijf legaten, in het definitieve
testament 8.900,-. Het aantal legaten was
nu echter uitgebreid tot negen. Blijkbaar
had hij er aanvankelijk veel te oppervlakkig
en onnauwkeurig aandacht aan besteed.
Ondanks de relatief kleine bedragen zal het
niettemin voor verschillende van de legata
rissen een welkome verrassing zijn geweest.
Eén nicht was er die in de verdeling van
de erfenis niet met de andere familieleden
mocht meedelen, maar genoegen moest
nemen met een legaat van 1.000,-. Dat
was Johanna Jacoba Harinck, geboren
te Goes op 29 januari 1800 als dochter van
de kruidenier Willem Harinck en Susanna
Dominicus en op zestienjarige leeftijd
gehuwd met de kantoorklerk Jacob van
Sprang. In het geheim testament kwam
ze nog helemaal niet voor. Ze was van een
lagere maatschappelijke status dan in de
familie gebruikelijk was en dat zal zeker een
rol hebben gespeeld. Het ligt eigenlijk voor
de hand dat ze om die reden als het zwarte
schaap van de familie werd beschouwd.
Dignus Dominicus had vier personeelsle
den in dienst, de inwonende dienstboden
Willemina van Velzen en Dina Dees, knecht/
koetsier Jacobus van Hoorn en arbeider
Albertus Verbeke. Alle vier behoorden ze tot
de uitverkorenen.
Het legaat voor Willemina van Velzen,
geboren te Wemeldinge op 8 juli 1821,
bedroeg 1.000,-, dat voor Dina Dees,
geboren te Yerseke op 12 mei 1832, bedroeg
200,-. Het waren dezelfde bedragen die
voor de beide dienstboden ook reeds in
het geheim testament waren opgenomen.
Vanwaar dat grote verschil in de bedragen?
Willemina van Velzen had als ongehuwde
moeder de zorg voor een zoontje van vier
jaar, Willem van Velzen. Het jongetje
woonde bij Willemina's moeder, Jacomina
van Velzen-Mieras, die samen met twee van
haar zonen in Yerseke een landbouwbedrijfje
had. Dignus Dominicus zal met deze situatie
ongetwijfeld rekening gehouden hebben.
Dina Dees daarentegen was een jong meisje
van negentien jaar en mogelijk ook nog
maar kort in dienst.
Knecht/koetsier Jacobus van Hoorn,
geboren te Kruiningen op 14 januari 1819,
werd verblijd met een bedrag van 600,-.
Nog maar enkele maanden geleden, op 15
mei 1851, was Jacobus van Hoorn te Yerseke
in het huwelijk getreden met Willemina
14