De executeur testamentair mr. M.P.
Blaaubeen vond dankbaarheid voor het
genereuze gebaar van de erflater vanzelf
sprekend. Hij schreef aan de diaconie: Ik
durf mij vleijen, dat deze bemaking UEerw.
hoogst welgevallig zal zijn en strekken zal om
den geachten overledene in dankbare herin
nering te houden.3
Een bijzonder legaat
Het meest opvallend - feitelijk in het
hele testament - is het legaat voor Lena
Nagelkerke (in het testament liefkozend
Leentje genoemd). Het is bij het lezen van
het testament al meteen duidelijk dat dit
bijzonder en voor de erflater een eerste
prioriteit is. Vóór alle andere legaten
wordt het uiterst nauwkeurig en gede
tailleerd beschreven. Ten tijde van het
opmaken van het testament in 1851 was
Leentje een 14-jarig meisje, geboren en
getogen in Goes, schoolleerling volgens het
bevolkingsregister.
Voor de duidelijkheid citeren we het tes
tament: Legateren: voor eerst: aan Leentje
Nagelkerke, minderjarige dochter van Gerard
Nicolaas Nagelkerke, timmermansknecht
wonende te Goes en Jannetje de Wachter
zijne huisvrouw, eene som van drie duizend
gulden, met bepaling dat de revenuen dier
som jaarlijks zullen moeten genoten worden
door haar moeder Jannetje de Wachter
voornoemd, haar leven lang gedurende en
voorzeid legaat van drie duizend gulden
zal gesteld worden onder administratie
van mijnen benoemden executeur, zoolang
genoemde Jannetje de Wachter zal in leven
zijn, of in geval deze mogt overlijden voor de
meerderjarig wording der legatarisse tot den
tijd harer meerderjarig wording.
Al kwam het geld nog niet direct ter
beschikking, nota bene een legaat tot een
bedrag van 3.000,-, bestemd voor een
meisje uit de arbeidende klasse. In die tijd
was dit voor minvermogende mensen een
kapitale som. Moeder Jannetje de Wagter
werd levenslang begiftigd met de renteop
brengst. Tegen een rente van minimaal 4%
betekende dit een jaarlijkse inkomstenpost
van 120,-. Een timmermansknecht werkte
tegen een dagloon van ongeveer 1,25,-. Op
jaarbasis was dit, ervan uitgaande dat hij
het hele jaar volop werk had, maximaal
400,-. De rente van het legaat zorgde
op deze manier voor een structurele en
welkome verhoging van het gezinsinkomen.
En dan te bedenken dat Dignus Dominicus
in het geheim testament niet 3.000,- aan
Lena Nagelkerke had toebedeeld, maar
6.000,-, met precies dezelfde aanvullende
voorwaarden. Dat was wel erg veel, maar
demonstreert wel zijn grote betrokkenheid
bij Jannetje de Wagter en haar dochter
Lena. Mogelijk heeft een vertrouwd persoon
- bijvoorbeeld de notaris - hem erop
gewezen dat het beter was om het bedrag te
halveren. Dat zou nog een riant bedrag zijn
en voor de erfgenamen was deze aanslag
op hun erfdeel ook meer bevredigend. En
al kon hij er achteraf zelf niet meer van
meegenieten, het was belangrijk dat de
neven en nichten geen negatieve gedachten
over hem zouden hebben. Hoe dan ook, het
is glashelder dat Jannetje de Wagter en
haar dochtertje Leentje Nagelkerke in het
leven van Dignus Dominicus belangrijke
personen waren.
Lena Nagelkerke
Gerard Nicolaas Nagelkerke was een zoon
van arbeider Leendert Nagelkerke en
Pieternella Hageman. Hij werd te Goes
geboren op 18 februari 1807. Op 15 mei
1834 trad hij te Goes in het huwelijk met
dienstbode Jannetje de Wagter, dochter
van Johannes de Wagter en winkelierster
Susanna Cornelia Verplanke. Jannetje de
Wagter was te Goes geboren op 25 maart
1812. Op 20 oktober 1834 werd uit dit
huwelijk het eerste kind geboren, dochter
Pieternella Cornelia. Op 9 januari 1836
werd zoon Jan geboren, op 10 augustus 1837
als derde kind dochter Lena. In de jaren
daarna werden in het gezin nog vier andere
kinderen geboren.
Lena Nagelkerke, dienstbode, trad te Goes
in het huwelijk op 6 februari 1873 met
Johan Pieter de Keijzer, logementbediende
in De Prins van Oranje. Uit dit huwelijk
werd één dochter geboren, Anthonette
Catharina de Keijzer.
Het zal lang geduurd hebben voordat Lena
Nagelkerke de beschikking kreeg over
het aan haar toebedeelde legaat. Moeder
16