HMDB Uitgelicht Glazen bokaal ter gelegenheid van 200 jaar Satisfactie Op de afdeling Stadsgeschiedenis van het Historisch Museum De Bevelanden is een glazen bokaal te vinden, die in 1777 is gemaakt in opdracht van het stadsbestuur van Goes, als herinnering aan de onderteke ning van de Satisfactie in 1577. De meeste bezoekers en trouwens ook gidsen lopen eraan voorbij, ook - denk ik - omdat het woord Satisfactie weinig tot de verbeelding spreekt. Het heeft te maken met de positie van Goes in de Tachtigjarige Oorlog en de aansluiting bij de Prins van Oranje. Maar waarom na 150 jaar en zelfs na 200 jaar nog een herdenking? De herdenking van de Bevrijding na WO II veranderde na 50 jaar al van karakter. Had Goes het dan zo zwaar gehad? En waarom het woord 'Satisfactie', wat genoegdoening betekent? Wie gaf genoegdoening aan wie en wat hield die in? Voor enig begrip moeten we terug in de tijd. De Nederlanden waren vanaf 1515 Spaans. Karel V was Heer der Nederlanden. Maar de vele aanhangers van de Reformatie zorgden voor spanningen. Karel V liet strenge ketter- plakkaten uitvaardigen omdat hij vond dat iedereen katholiek moest zijn. Bijzonder is dat Willem van Oranje vanaf zijn elfde opgroeide aan het katholieke hof van Karel V in Brussel, maar door zijn ouders luthers was opgevoed. Dat had te maken met het feit dat hij al jong het prinsdom Orange in Zuid-Frankrijk had geërfd van zijn neef die geen kinderen had. Karel V ging ermee akkoord dat hij het prinsdom verworven had, maar dan moest Willem van Oranje verder aan het Hof van Karel V opgroeien en katholiek worden. Dat gebeurde. Karel raakte zo op hem gesteld, dat toen hij in 1555 afstand deed van de troon, hij onder steund werd door prins Willem van Oranje! Zo goed als Willem van Oranje het kon vinden met Karel V, zo moeizaam was de verhouding met zijn zoon Philips II. Philips was veel fanatieker dan zijn vader. De ketters werden fel bestreden. Het bestuur in Nederland vond voortaan plaats vanuit Spanje, de macht van de adel en de steden werd genegeerd. De Nederlanden moesten opdraaien voor alle kosten. Dit alles was aanleiding voor verzet tegen de Spaanse heersers. In 1568 begon de Opstand, geleid door de vroegere vertrouweling van Karel V, Willem van Oranje, die zou duren tot 1648 en later de boeken in zou gaan als de Tachtigjarige Oorlog. Hoe was de situatie in Zeeland? De inname van Den Briel op 1 april 1572 door de watergeuzen zorgde voor een morele oppep per bij de opstandelingen. Vlissingen zag op 6 april zijn kans schoon om in opstand te komen toen de Spanjaarden tijdelijk afwezig waren vanwege een wisseling van troepen. Geholpen door de watergeuzen wisten de Vlissingers de Spanjaarden te verdrijven. In Veere zaten niet veel Spanjaarden en op 4 mei wist ook hier een volksopstand met hulp van geuzen buiten de stad de Spanjaarden te verdrijven. Middelburg bleef Spaansgezind. Echter, de omgeving was wel veranderd, reden voor de Spanjaarden om Goes te versterken, onder andere om de weg naar Antwerpen vrij te houden. Ondanks hevig protest kreeg de stad driehonderd Spaanse soldaten ingekwartierd, met de toezegging dat alle kosten vergoed zouden worden. Om ook de waterzijde van de stad te beschermen tegen de geuzen, werd de bevolking verplicht mee te helpen aan het herstel van muren en verdedigingswerken. De lasten van de stadsversterking, de inkwartiering en de handel die werd stil gelegd om de Spaanse soldaten van eten te voorzien wogen zwaar en de stad verarmde snel. In de loop van de zomer werden nog meer troepen gestuurd, zodat er in augustus achthonderd man aanwezig was, zeshon derd Spanjaarden en tweehonderd Walen. Verschillende keren werd in Brussel gepro beerd de kosten vergoed te krijgen, maar ondanks toezeggingen gebeurde er niets. Toen de Prinsgezinden beleg sloegen om Middelburg in augustus 1572, werd ook 22

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2018 | | pagina 23