In het hierna volgende artikel zal Frank de
Klerk nader ingaan op het beleg en ontzet
van Goes, aan de hand van een prent van de
belegering.
Hoe was nu de positie van Goes? Terwijl
voor Middelburg na het ontzet de tijd
was aangebroken om de overzeese handel
weer op te starten, lag de situatie voor
Goes anders. Het beleg was mislukt en
Goes was Spaans gebleven. De tragiek van
Goes was zijn strategische ligging, waar
eerst de Spanjaarden en daarna de geuzen
gebruik van wilden maken. De Spanjaarden
om Middelburg te behouden tegenover
de geuzen; de geuzen om Middelburg als
Spaanse stad te isoleren te midden van
bevrijde steden en vervolgens te bevrijden.
Bij de oorlogshandelingen rondom het beleg
waren alle zoutpannen verloren gegaan, en
daarmee was de lucratieve zouthandel, de
belangrijkste bron van inkomsten verdwe
nen. Veel huizen waren afgebrand, de stad
was zwaar beschadigd en verarmd, zat
economisch aan de grond en was beroofd
van zijn verbindingen met het Brabants-
Vlaamse achterland. En het Spaanse juk
duurde voort, de lasten werden nog verder
verzwaard.
Het vreemde was dat Goes tot het aller
laatst trouw bleef aan de regering van
Brussel. Deze houding leverde onbegrip en
hoon op van het bevrijde Middelburg en
Vlissingen. Middelburg voelde zich toch
altijd al superieur en negeerde Goes totaal.
Ze begon samenwerking met Holland om
gezamenlijk de internationale zeehandel
weer op te starten.
Opmerkelijk is een stukje uit de Goessche
Courant van 12 juli 1841, ruim 250 jaar
later, dat bij de komst van de koning naar
Vlissingen schuttersgilden zullen aantreden
en dat de koning als hoofd en beschermheer
der gilden, mee zal doen met een prijs-
schieting, waarbij naar oud gebruik het
Wapen van Goes mikschijf is. Vermoedelijk
stamde dit gebruik uit de beginjaren van
de Opstand. De geuzen die toen tevergeefs
Goes belegerden kwamen grotendeels uit
Vlissingen. Of hiermee de geuzen beschimpt
worden omdat ze er niet in geslaagd zijn
Goes te ontzetten, of de stadsbevolking
omdat ze niet in opstand kwamen om de
geuzen te helpen, is niet duidelijk.
In 1576 barstte in Antwerpen de Spaanse
Furie los, plunderingen van de Spaanse
soldaten omdat ze geen soldij meer kregen.
Toen ook de soldaten op Zuid-Beveland zich
daarbij aansloten, was de maat vol. Goes
sloot op 8 november 1576 de Pacificatie
met Gent, een overeenkomst van de Staten
van Brabant, Vlaanderen, Artesië en
Henegouwen met Holland en Zeeland die
als doel had om de Spanjaarden weg te
krijgen. Aansluiting bij de Prins durfde Goes
ook toen nog niet aan. Dat gebeurde wel in
1577. Toen sloten Goes en het platteland
de Satisfactie met de Prins van Oranje. Zij
erkenden hem als stadhouder en schaarden
zich aan de zijde van de Opstand.
In de Satisfactie wordt erkend dat het
katholieke geloof de enige godsdienst is in
Zuid-Beveland. Dat was de genoegdoening
die door de Prins aan Goes en het platteland
werd gegeven! Dit was erg bijzonder omdat
veel steden die overgingen naar de kant van
de opstandelingen, ook overgingen naar het
nieuwe geloof. Overigens groeide geleidelijk
de groep hervormden. In 1578 vond een
verlate beeldenstorm plaats en werd de
Grote Maria Magdalenakerk alsnog in bezit
genomen door de Hervormden.
Hoe ging het na 1577 met Goes? Door het
geheel wegvallen van de florerende zout-
industrie en zouthandel had Goes het veel
moeilijker dan Middelburg om zich te her
stellen van de slagen, door de geuzen en de
Spaanse bezetting toegebracht. Middelburg
werd kosmopolitischer en kapitalistischer,
Goes bleef nog meer dan eerder een land
stede. Middelburg werd een calvinistische
stad, in Goes bleef een deel van de bevolking
het katholicisme trouw. Voor beide steden
gold dat de banden met Vlaanderen en
Brabant waren doorgesneden en dat men
zich meer op Holland moest richten. Dat
ging voor Middelburg makkelijker dan voor
Goes. Maar uiteindelijk kon ook Goes zich
handhaven in de nieuwe Republiek en haar
positie als stad werd niet meer betwist.
Om op de vraag terug te komen: was de
24