Het raadsel ontrafeld
Hester van Rees
In de vorige Spuije, aflevering 103, stond
een stukje over een eeuwenoud stoplapje dat
geëxposeerd werd op de merklappengang
van het Historisch Museum De Bevelanden.
Het stoplapje was op papier geplakt. In
gothische letters stond er boven geschreven:
grietje michiels dochter. Onder het lapje
een verhaaltje over deze vrouw, geboren
in Westzaanen (Westzaandam) in 1703
zonder armen, en overleden in 1755, die
met haar tenen haar naam boven het lapje
had geschreven en ook zelf het stopje in het
lapje had gemaakt. Ze kon met haar voet de
naaldenkoker uit haar zak halen, opendoen,
er een naaldje uitzoeken en de draad door
het oog van de naald steken. Verder kon ze
theewater inschenken en de theekop naar
haar mond brengen. Ook stond er bij wie
haar vader en moeder waren en de ouders
van de moeder.
Dit bijzondere lapje, in een bruin envelopje,
zat in een doos met familiepapieren van
onze moeders kant waar een zus terloops
mee aan kwam zetten. Het was ons, familie
Van Rees, totaal onbekend. Was het middel
eeuws vanwege die gothische letters? Dat
zou wel bizar zijn. Hadden wij een zo zwaar
gehandicapte vrouw in de (verre) familie
gehad? De namen van de (groot)ouders
deden geen belletje rinkelen. Westzaanen
als dorp zei ons ook niets. Was het misschien
geschonken? We gingen op ontdekkingstocht
om de herkomst te achterhalen.
In het HMDB liet ik het lapje aan onze
conservator merklappen zien. Zij dacht dat
het ging om 1703 als geboortejaar en 1755
als overlijdensdatum. Dat werd bevestigd
door het Zaans Archief. De ondergeschreven
tekst was namelijk niet in gothisch schrift
geschreven maar van later datum, achttien-
de-eeuws. Toch ruim driehonderd jaar oud.
Heel bijzonder. Een bijzonder toeval was
dat een medewerker van het archief net
een stukje had geschreven over ene Grietje
Michielsd zonder armen, geboren in 1694 en
overleden in 1755. Ze had in het weeshuis in
Westzaanen gewoond en had ook met haar
tenen haar naam had geschreven in gothi-
sche letters. Ging het om dezelfde vrouw?
De geboortedatum was te vinden in de
doopregisters. Grietje zou als zevende kind
zijn geboren uit bovengenoemde ouders.
Haar naam was minder mooi geschreven
dan boven ons lapje en dat die vrouw in
het weeshuis had gewoond, dat stond er
bij ons niet in. Het was vast een andere
vrouw. Maar de archivaris zei dat het wel
heel toevallig zou zijn als in een kleine
gemeenschap van 3.000 inwoners er twee
vrouwen waren met dezelfde naam, dezelfde
handicap, die alle twee hun naam konden
schrijven in gothische letters. En wat betreft
de verschillende geboortedata, daar werden
wel vaker fouten mee gemaakt in die tijd.
Het kon niet anders zijn dat het ging om een
en dezelfde vrouw! Maar hoe was het in onze
familie terecht gekomen? Die vraag stond
nog steeds overeind.
Op zeker moment heb ik wat gegoogled op
de naam Westzaanen en daar las ik dat
Rogge een bekende naam was in Zaandam.
Ik wist dat een betovergrootmoeder van ons
een Rogge was. Er bleek een boek te bestaan
over het geslacht Rogge te Zaandam. Ik
heb het boek met enige moeite op de kop
weten te tikken en heb er met rode oren in
gelezen. Onze betovergrootmoeder stond er
in genoemd en vandaar was een rechte lijn
te traceren naar de oudste Rogge waar het
boek mee begint. De Rogge's waren doopsge
zinden, het weeshuis in Zaandam was een
doopsgezind weeshuis. Verschillende voor
ouders blijken 'buitenvader' te zijn geweest
van het weeshuis, dat wil zeggen bestuurder,
maar niet woonachtig in het weeshuis, en
ook 'schaalloper', een collectant avant la
lettre, stel ik me voor. De man die in 1728
tot buitenvader was benoemd, overleed in
1731 en werd opgevolgd door zijn vrouw,
Catherijntje Teeuwis. Behalve buiten
moeder was ze ook diacones. Als zodanig
moet ze Grietje goed gekend hebben. Ze
overleed in 1763 en heeft daarmee Grietje
28