De eendenkooi, het huis en omliggende
boerderijen en landerijen waren eigendom
van de heer W. Jochems uit Wassenaar.
Deze verkocht eind 1939 zijn eigendommen
aan F.A.L.C. Baron Schimmelpenninck van
der Öye, ambachtsheer van Oosterland en
eigenaar van een verwaarloosde eendenkooi
aan de Lage Rampaartseweg in Oosterland.
Mijn vader werd 'verzocht' als waterbouw
kundige, maar ook als rentmeester, de kooi
te restaureren. We verhuisden op 1 mei 1940
naar Oosterland.
Op 10 mei 1940 werden we vroeg wakker
door laag overvliegende vliegtuigen. In de
loop van de ochtend kwam er iemand langs
die riep dat het oorlog was. Dat merkten
we ook al snel, even verderop was er een
luchtgevecht tussen een Nederlandse
Fokker CV en twee Duitse Messerschmidt
BF 109 jagers. De Fokker stortte even later
neer, de schutter-waarnemer sprong er uit,
maar overleed later in het ziekenhuis in
Noordgouwe.
We merkten aanvankelijk niet zoveel van de
oorlog. Op het nabijgelegen gehucht Viane
met een haventje kwam een Duitse bezet
ting die voornamelijk de dijken controleerde.
Ze kwamen ook wel eens aan op de een
denkooi, want mijn moeder had nog echte
bohnenkaffee, dat hadden ze in Duitsland al
lang niet meer.
Afb. 2. De kooikerswoning in Oosterland,
rond 1940.
Mijn vader was behalve kooiker ook rent
meester voor de baron, en tevens onbezol
digd rijksveldwachter. Hij had veel wapens
die al snel ingeleverd moesten worden. Er
kwam een Duitse officier op bezoek die zich
voorstelde als majoor Von Bredow, officier
voor de jacht en de visserij. Hij zei dat alle
gevangen eenden moesten worden ingele
verd. Tevens vroeg hij mijn vader toezicht
te houden op stroperij, enzovoort. Duitse
officieren jaagden in de buurt met buit
gemaakte jachtgeweren. Ze mochten niet
binnen een bepaalde afstand van de eenden
kooi jagen. Als mijn vader, die goed Duits
sprak, ze daarop wees, verontschuldigden ze
zich meestal.
De distributie werd voelbaar, je kreeg een
'stamkaart' en daarop kreeg je bonnen voor
allerlei zaken. Alles werd schaarser, petro
leum, waar wij in de zomer op kookten en
voor de lampen, konden we maar beperkt
kopen. Voor de motorfiets van mijn vader
was er geen benzine meer. Je zag steeds
meer vrachtwagens en bussen met gasgene
ratoren achterop rijden. De dokter kreeg nog
beperkt benzine.
In april 1941 moest ik naar school in
Oosterland. Regelmatig hielden de Duitsers
oefeningen, waardoor soms het hele dorp was
afgesloten. We moesten koperen en zilveren
Afb. 3. De eendenkooi in Oosterland.
31