de geallieerden alle vaartuigen beschoten
om zo het Duitse transport te hinderen.
De motor van het bootje weigerde eerst te
starten, waarschijnlijk vanwege de slechte
kwaliteit olie. Eindelijk lukte het dan, het
werd in de verte al schemerig en de veerman
was niet gerust. We moesten allemaal
zwemvesten aan. Hij zei: denk er om, als er
een vliegtuig laag aan komt vliegen allemaal
overboord springen. We hoorden vaag motor
geronk en vrij hoog passeerde een vliegtuig.
Dat gaat mis, zei Berrevoets, straks draait
hij om en komt in duikvlucht op ons af.
Gelukkig vloog het vliegtuig over, later bleek
het een fotoverkenner te zijn. Vroeg in de
ochtend kwamen we op Zuid-Beveland aan.
We moesten ons eerst op het stadhuis in
Goes melden, daar zouden we een evacua
tie-adres krijgen. Na een stevige fietstocht
met onze zwaar bepakte fietsen, kwamen we
in aan Goes.
We kregen een adres in Kruiningen, daar
zouden we onderdak krijgen bij fruitkweker
Chris Meijer in de Achterweg.
Na weer een lange fietstocht kwamen we
laat in de middag bij de familie Meijer
aan. Ze hadden één dochtertje. We kregen
een kamer op de zolder toegewezen, dat
zou tegelijk woon- en slaapkamer zijn. We
mochten gebruik maken van de keuken en
daar ook eten. Mevrouw Meijer was zeer
nerveus, bij elke explosie of een vliegtuig
dicht in de buurt stond zij met haar dochter
tje Francien en een koffer op het erf. Meijer
zelf deed zijn werk in de boomgaard en zei
niet zoveel. Mijn vader moest zich melden
op het gemeentehuis van Kruiningen, daar
kregen we een bescheiden uitkering en
voedselbonnen. Gelukkig hadden we onze
'stamkaarten' vanuit Oosterland meegeno
men. Mijn vader moest wél werk zoeken. Hij
bood Meijer aan in de boomgaard te helpen,
maar deze voelde daar niets voor. Toen
heeft vader wat bouwkundig werk voor de
gemeente verricht.
Ik moest naar school, dat was heel vreemd
na zo'n lange tijd, ik kende er niemand. Het
heeft niet lang geduurd, want al spoedig
werd de school door de Duitse Wehrmacht
gevorderd. Ik maakte kennis met de buur
jongens Co Blok en Rinus Oostdijk. Er was
genoeg te doen in en rond het dorp. Het was
geen gemakkelijke tijd, zeker niet voor mijn
moeder: per gratie gebruik mogen maken
van een keuken werkt niet prettig.
Naast het bedrijf van Meijer lag de boer
derij van Karelse, met een weiland en een
boomgaard grenzend aan de boerderij. De
sterappels werden rijp en wij mochten de
'valappels' oprapen voor eigen gebruik.
Als we hielpen met de pluk van de appels
verdienden we wat.
Het was in de lucht érg druk, geregeld
beschietingen. De Duitse afweer had een
soort raket met een parachute en een
staaldraad tegen laagvliegende vliegtuigen.
We probeerden zo'n gekleurde parachute te
bemachtigen, maar dat lukte ons nooit.
'Dolle dinsdag' kwam. Grote groepen Duitse
soldaten waren uit Noord-Frankrijk en
België voor de oprukkende geallieerden
gevlucht en via Zeeuws-Vlaanderen, waar
hevig was gevochten, naar Zuid-Beveland
gekomen.
Op het erf en in de schuur van boer Karelse
zaten honderden soldaten in schamele uni
formen. Ze hadden fietsen, paarden, karren
en een veldkeuken bij zich. Na enkele dagen
waren ze weer vertrokken. De familie Meijer
was weggevlucht naar familie, zodat wij het
huis voor onszelf hadden.
Omdat er regelmatig fietsen in beslag
werden genomen, had mijn vader onze
fietsen in een schuur in de boomgaard van
Meijer onder het stroo verstopt. Op een
avond kwam er een Duitse soldaat, die er
heel netjes uitzag vragen of wij misschien
nog fietsen hadden en of hij even mocht
kijken. Eerst wilde hij wat drinken, water
was genoeg. Mijn moeder vroeg of hij al
had gegeten, nee, dat had hij de hele dag
nog niet. Er werden boterhammen met rijk
beleg voor hem klaargemaakt. Wat heeft die
jongen daar van gegeten. Over fietsen werd
niet meer gesproken. Hij bleef nog even
praten en vroeg zich af wat er van hem zou
worden, want het zou nu toch wel niet lang
meer duren.
Buiten het dorp naast een boomgaard stond
een stuk Flak 37 luchtdoelgeschut, bemand
door één man van de Luftwaffe. Veel te
vliegen viel er niet meer, dus moesten ze
geschut bedienen. In tegenstelling tot de
34