Afb. 2-3. Foto 's uit het boek. klederdrachtverenigingen of anderen die in de drachten een inspiratie vinden echter in staat te stellen om stukken na te maken, moesten noodzakelijkerwijs patronen gete kend worden. Dat was een hele klus. Tien jaar lang hebben Susan Bakx-Plasmans, Liza van der Heijden-van der Werff en Jolien Sturm-Francke, in de museumdepots van het Zeeuws Museum in Middelburg en het Historisch Museum De Bevelanden kledingstukken bestudeerd: hoe zitten ze in elkaar en hoe kunnen we hier een patronensysteem van maken? Uiteindelijk zijn ze erin geslaagd dat uit te werken per kledingstuk en per streek. Het patronensys- teem Ensaid heeft hiervoor model gestaan. Het borgen van de kennis van vroeger en het kunnen namaken en vernieuwen was het doel van het project. Dat is gelukt. Aan de hand van werkbeschrijvingen en met een groot aantal foto's en tekeningen wordt stap voor stap aangegeven hoe de kledingstukken gereconstrueerd kunnen worden. De vrouwen hadden allemaal een eigen invalshoek. Liza van der Heijden was initi- tatiefneemster van het project met een focus op de klederdrachten van vroeger, Suzanne Bakx is mode-ontwerpster, Jolien Sturm heeft een modevakschool, en Jeanine Dekker schreef de historische context. Tot slot nog een klein stukje geschiede nis. Zeeland heeft zestien streekdrachten gekend! Geen regio in Nederland heeft er zoveel gehad. Alle drachten hebben zich ontwikkeld uit één algemene kledingstijl die in de achttiende eeuw bij de stedelijke burgerij gebruikelijk was. In de negentiende eeuw begonnen verschillen te ontstaan in de mate waarin de stedelijke mode werd gevolgd. Nog weer later ging men de onder linge verschillen cultiveren en ontstonden er uiteindelijk zestien drachten. Daarbij speelden in Zeeland de specifieke geografi sche omstandigheden met de eilanden een grote rol. De drachten zelf stonden ook niet stil. Elke generatie veranderde er dingen aan, waarbij jonge vrouwen en mannen de trend zetten. Hester van Rees 48

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2018 | | pagina 50