Tabel 2. Percentage inwoners, kiesgerechtigd voor de Provinciale Statenverkiezingen van 1911 of de Tweede Kamerverkiezingen van 1913, Bevelanden. In elk geval niet aan Tholen, waar 21 procent van de bevolking kiesgerechtigd was; maar misschien inderdaad ook wel aan gemeenten als Wissenkerke met maar 16,5 en Kats met maar 15 procent kiesge rechtigden van het totaal aantal inwoners. Vermoedelijk drukte hier een combinatie van lage lonen en lage huishuren het aantal kiezers. Dat was ook duidelijk het geval in de twee grootste gemeenten van het kiesdistrict, die het totale cijfer negatief beïnvloedden: Goes en Yerseke. In de stad Goes waren maar 16,3 procent van de inwoners kiesgerechtigd. Die lage kiesgerechtigdheid was duidelijk een stedelijk verschijnsel - dat was dus al vanaf 1850 een constante - zoals ik er al eerder aanhaalde. Middelburg haalde maar net iets meer, 16,4 procent en het proletarische Vlissingen nog minder - daar waren 15,5 procent kiesgerechtigden. Maar het kon nog minder en dat ook op Zuid-Beveland en niet in een stad. In Yerseke, met zijn vele arme kleine huisjes en arbeiders zonder enig stukje land, waren maar 15,3 kiezers per honderd inwoners. De kroon, maar dan in het negatieve, spande 's-Heerenhoek, een echt arbeidersdorp, met maar 15,2 procent kiezers onder de bewoners. Het uiterste westen van Zuid-Beveland was, denkelijk door de negatieve invloed van de afgelegen ligging op de lonen, sowieso ondervertegen woordigd. In Borssele was maar 17,1 procent van de inwoners kiesgerechtigd, in de grote buurgemeente 's-Heer Arendskerke maar 17,4 procent. Iets vergelijkbaars zien we op Noord-Beveland: in het uiterste oosten, in het nogal afgelegen Kats, was het percen tage kiesgerechtigden van de inwoners nog lager dan in 's-Heerenhoek. Vermoedelijk speelde mee dat Kats een relatief jonge bevolking had. Het aantal huwelijken per duizend inwoners per jaar lag er in de periode 1905 tot 1908 op 8,5, tegen 6,5 op de rest van Noord-Beveland. Er waren in Kats dus veel kinderen onder de bevolking. De interessante mededeling van liberale zijde in het kiesdistrict Goes in het jaar 1910 dat er onder de vrijzinnige arbeiders klasse ten plattelande een opgewekt politiek leven [begon] te komen, zal dan ook ver moedelijk niet slaan op het westen van het district. Denkelijk werd eerder gedoeld op plaatsen waar vanaf 1904 neutrale werklie denverenigingen waren opgekomen die zich een jaar later kortdurend verenigden onder de noemer de Zeeuwsche Werkmansbond. De neutrale statuur van die verenigin gen, die zich inzetten voor betere lonen en arbeidsvoorwaarden van de werkman, Goes 16,3 Baarland 21,6 Borssele 17,1 Driewegen 18,1 Ellewoutsdijk 18,2 's-Gravenpolder 19,9 's-Heer Arendskerke 17,4 's-Heerenhoek 15,2 Heinkenszand 18,6 Hoedekenskerke 19,7 Kapelle 19,8 Kattendijke 18,5 Kloetinge 18,6 Krabbendijke 17,8 Kruiningen 19,6 Nisse 22,1 Oudelande 20,5 Ovezande 22,3 Rilland en Bath 16,1 Schore 17,0 Waarde 18,4 Wemeldinge 17,7 Wolfaartsdijk 18,8 Yerseke 15,3 Colijnsplaat 19,5 Kats 15,0 Kortgene 18,0 Wissenkerke/Kamp. 16,5 8

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2018 | | pagina 10