wintermaanden was er voldoende tijd om
portretten en landschappen te schilderen.
Zijn verfpigment kocht hij bij de verffabriek
van de dichter Hendrik Tollens. Ze raakten
bevriend en Tollens stimuleerde Cornelis
om te gaan dichten. Hij publiceerde diverse
gedichten en trad regelmatig op bij de cul
turele avonden van de Maatschappij tot Nut
van 't Algemeen.
De huisschilder, kunstschilder en dichter
Cornelis Zwigtman trouwde met Cornelia
de Vos en samen kregen zij vijf kinderen;
Cea, Maria, Marinus, Jannetje en Hendrik.
Marinus, geboren op 18 mei 1818, moest
als oudste zoon het schildersbedrijf van
zijn vader overnemen. Marinus ging bij
zijn vader werken en leerde zo het vak van
huisschilder. Later kregen Marinus en de
schildersknecht Karel Kramer ook teken- en
schilderonderwijs van zijn vader. Cornelis
liet hen zijn eigen schilderijen kopiëren
om ze het portretschilderen bij te brengen.
Daarnaast portretteerden ze elkaar of hun
naaste familie. In 1843 schrijft J. Immerzeel
over Marinus: Zijn oudste zoon Marinus
drukt zijns vaders voetstappen, en schildert,
evenals deze, op eene niet onverdienste
lijke wijze goedgelijkende portretten als
andersints.3) Wanneer Marinus alleen in
de schilderswinkel stond, maakte hij van
onbekende klanten snelle schetsen, die zo
goed gelijkend waren dat zijn vader nadien
kon zeggen wie er langs was geweest.4)
Er zijn slechts vier schilderijen van Marinus
19