De gebouwen
Dat 't Hof De Dierik geen gewone boer
derij was, blijkt wel uit het feit dat het
Bouwkundig Weekblad er aandacht aan
schonk. In december 1923 publiceerde men
enkele foto's en een tekening van deze
simpele, klare mooie huizengroep. In een
kort artikel omschrijft Jan Baanders het zelf
zo: 't Hof "De Dierik" is gebouwd in 1920-21
te Oudelande in het prachtige polderland
van Zuid-Beveland. Het huis bestaat uit
het heerenhuis voor den landheer en een
aanbouw, waarin de woning van de kaste
lein, den boer die het bedrijf leidt. De gevels
zijn gemetseld van dunne handvormsteen
van de Vecht. De kozijnen en ramen zijn wit
geschilderd met roode luiken. De dakvlak-
ken zijn gedekt met dof-zwart verglaasde
pannen.4)
Ook in het boek Het Moderne Landhuis in
Nederland kreeg De Dierik een plaats, met
foto en plattegrond.
In het Bouwkundig Weekblad werd alleen
aandacht geschonken aan het landhuis met
dienstwoning, maar het complex omvat
meer gebouwen. Tegenover het woonhuis
staat een L-vormige schuur, samen met
het varkenshok aan een van de open zijden
ontstaat een U-vorm waar de mestput zich
bevindt (nu omgevormd tot moestuin). In
het verlengde van de oprijlaan zien we
een dubbele garage, met ten noordwesten
daarvan een kippenhok. Iets meer naar
achter staat nog een schuur die later, in
1926, is bijgebouwd.
Alle onderdelen van het complex zijn in
dezelfde stijl en detaillering uitgevoerd.
De gebouwen zijn opgetrokken met rood
bruine machinale vormbaksteen, in Vlaams
verband, met siermetselwerk en vlechtwerk
in de topgevels en gemetselde steunberen
op de meeste hoeken. Alles met zadeldaken,
gedekt met zwart geglazuurde verbeterde
Hollandse pannen, met gootklosjes en
geschulpte gootlijsten. Opvallende details
zijn de ventilatietorentjes op de schuur,
schoorstenen op de woningen en de klokken
stoel op het herenhuis.® Daar hing de klok
die werd geluid bij begin en einde van de
schafttijd. Sommige ramen van het landhuis
zijn gebrandschilderd.
24