Kind in de Tweede Wereldoorlog, deel II*
T. W. Rosmolen
Mijn vader kreeg op zekere dag bezoek van
een ambtenaar van Rijkswaterstaat. Hij
vroeg of mijn vader, als waterbouwkundige,
het herstel van de sluizen in Hansweert
wilde organiseren. Het was erg belangrijk
dat de beschadigde sluizen zo spoedig moge
lijk gebruikt konden worden voor de komst
van Engelse kustvaarders voor de bevoorra
ding van de troepen. We zouden dan in een
houten keet midden op het sluizencomplex
kunnen gaan wonen.
We hadden weinig bezittingen, maar mijn
ouders waren zeer dankbaar, er was niets
beter dan weer zelfstandig te kunnen wonen.
Met ons schamele boeltje verhuisden we
naar de houten woning. Het was een stan
daard directiekeet, maar voor ons ruim
voldoende, je kon er wonen, koken en slapen.
We maakten kennis met het sluispersoneel
en van hen kregen we borden, koppen,
een paar pannen en eetgerei. Mijn moeder
richtte de keet zo goed mogelijk in. Mijn
vader had het druk met het herstel van de
sluizen. Een aannemer, de heer Zwets uit
Werkendam, lag er met zijn woonark, hij had
ook niet meer teruggekund. De firma Van der
Straaten uit Hansweert had nog onbescha
digde machines, zoals bakschepen en een
stoomheistelling en kranen. Hiermee konden
de beschadigde sluisdeuren worden vervan
gen. Het was een hele bedrijvigheid. Voor
onze verlichting gebruikten we 'drijvertjes'
een platte kurk met een katoentje, drijvend
op een bakje met olie. De olie haalden we uit
de olietanks van de vernielde elektriciteits
centrale voor de sluizenbediening.
Er was een dag per week school, dus veel
onderwijs was er die dagen niet. Ik ver
maakte me best en raakte bevriend met Ed
Polderman, de zoon van de eigenaar van
de scheepswerf van Hansweert. Daar was
een grote bedrijvigheid, geallieerde schepen
zoals mijnenvegers werden er gerepareerd.
Ook hadden de geallieerden er hun auto
onderhouds- en reparatiewerkplaats geves
tigd. Olie verversen deden ze met olie in
Afb. 1. Liberty schip. (Collectie Library of Congres.)
30