Afb. 3. V 2 na de start. Mogelijk vanaf Wassenaar. (Collectie Bundesarchiv, Bild 141-1879 CC-BY-SA 3.0.) sprongen achter hun geschut en vuurden uit alle macht op de vliegtuigen, waarvan de meeste al waren gepasseerd. Het was een hels kabaal. Ze troffen nog een Duitse jager die, aangeschoten, een van de haven lichten in z'n val meenam en in de Schelde verdween. Later bleek dat de Duitsers bij verrassing een aanval hadden gedaan op alle gealli eerde vliegvelden, waarbij veel op de grond staande toestellen verloren waren gegaan. Ook de Duitse Luftwaffe leed grote verliezen, die ze in tegenstelling tot de geallieerden niet meer konden aanvullen. Deze actie heette Operatie Bodenplatte. Tegelijkertijd voerden de Duitsers de aanval len met raketwapens als de V1 en de V2 op de Schelde en Antwerpen op. De strijd in België en Luxemburg, later bekend als het 'Ardennenoffensief' duurde tot 25 januari. Pas toen konden we weer gerust zijn dat ze niet meer zouden terugkomen. De strenge winter hield lang aan, het was behelpen om alles ontdooid te houden. Zelfs op de Westerschelde was er ijsvorming. Langzaam begon de winter te wijken en kregen we het wat makkelijker. Op een mooie avond in april stonden we naast het keetje met de kapitein te praten. Hij zei: Kijk eens in de richting van Den Haag, daar schieten ze V2 raketten af naar Londen. Even later zagen we een witte rookpluim steil naar boven gaan, op grote hoogte boog het apparaat af en ging in het duikvlucht op Londen af. Die dingen hebben veel ellende veroorzaakt omdat ze zó snel gingen dat niemand ze zag aankomen. Ook werden er V2's op Antwerpen afgeschoten. Op 5 mei 1945 hoorden we een gejuich bij de buren, ze kwamen opgewonden naar buiten, de kapitein zei: Ik heb net over de radio gehoord dat Duitsland heeft gecapituleerd, jullie zijn vrijDat was een vreemde gewaar wording, écht vrij, dus Schouwen-Duiveland, dat al die tijd nog bezet was geweest was nu ook vrij. We konden naar huis! Ik weet nog precies dat ik toen dacht: Gelukkig, géén V1's meer Mijn vader wilde zo snel mogelijk naar huis, maar zo eenvoudig was dat niet. Het duurde nog dagen voor de laatste Duitsers Schouwen-Duiveland hadden verlaten en bovendien stond alles nog onder water. De kapitein wist een adres van een militaire instantie die zoiets sneller kon regelen dan het burgergezag dat nog lang niet functio neerde. Het zou nog zeker twee weken duren voordat m'n vader naar Schouwen mocht. Later kon het geregeld worden dat wij ook gelijk mee zouden gaan. Mijn vader dacht al aan de eendenkooi en kocht een jonge keeshond. Die zouden we meenemen als kooihond. Ook kregen we een klein poesje dat mee mocht. De voorlaatste dag in ons keetje kwam de jongste broer van mijn moeder, oom Gerard de Wilde onverwacht binnen. Hij was met z'n bejaarde ouders en z'n broers geëva cueerd in de omgeving van Sleewijk. Mijn 34

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2018 | | pagina 36