moeder was uiteraard zeer benieuwd of haar ouders nog in leven waren. Ze hadden alles wonderwel doorstaan. Oom Gerard was op een oude fiets gekomen, hier en daar overnachtend. Hij had bij de gemeente geïnformeerd en onze verblijfplaats te horen gekregen. Hij heeft bij ons overnacht en is de volgende morgen weer naar Sleewijk teruggefietst. Wij hebben ons boeltje, verdeeld over drie fietsen, opgeladen en afscheid genomen van onze buren en vertrokken. We haalden de keeshond en de poes op en vertrokken in de richting van het Katse veer. Daar wachtten we op een bootje dat naar Zierikzee zou varen. Na enige tijd kwam dit aanvaren en we kwamen veilig aan de overkant. Het was al tegen de avond. We kwamen te weten waar onze vroegere buren verble ven, ze bleken in een huis aan de rand van Zierikzee te zitten. We hebben er gegeten, dat smaakte best na een lange dag. We konden ook blijven slapen. De volgende morgen ging mijn vader naar het militair gezag met zijn papieren waarmee hij de geïnundeerde gebieden mocht betreden. Hij stapte op de fiets richting eendenkooi. Hij zou er wellicht overnachten en de volgende dag terugkeren. De volgende dag, laat in de middag kwam vader terug in een niet al te optimistische stemming. Het huis was beschadigd, de ramen voor een groot deel kapot en er waren veel pannen van het dak waardoor het flink had doorgeregend op de zolder. Verder was het vrijwel leeggeroofd. Hij had bij gebrek aan dekens onder de Nederlandse vlag geslapen, die hadden ze niet meegenomen. Een paar dagen later vertrokken we met z'n drieën naar de eendenkooi in Oosterland. Van de buurvrouw hadden we nog wat huishoudelijk spul meegekregen en een paar praktische zaken zoals handdoeken. Na een lange, moeizame tocht over de zeedijken kwamen we in de buurt van ons huis. Het laatste stuk moesten we waden, want er stond nog steeds water op de wegen. Vooral mijn moeder schrok heel erg. De toestand van het huis was nog erger dan mijn vader had beschreven. Tot mijn Afb. 4. V2 raket in het Peenemünde Museum. (Foto: AElfwine.) geruststelling waren mijn leesboeken en een deel van mijn speelgoed nog in een kast aanwezig. Mijn vader slaagde er in de dakpannen, waarvan de meeste in het water waren gevallen, weer op het dak te leggen. Met alles wat voorhanden was, werden de ramen dichtgemaakt. Gelukkig was in een aan het huis gebouwde schuur nog vrijwel alle gereedschap en materiaal aanwezig. Men was er blijkbaar niet in geslaagd de zware deur open te maken. In het cylin- derbureau van vader stond een bijl in het blad, ze hadden het gewoon opengehakt. De kleine DKW motorfiets, althans het frame met motor maar zonder wielen, was ook verdwenen. De wielen hadden we zo goed verstopt dat die niet werden gevonden. Later bleek dat een V1 op een paar honderd meter was ingeslagen, vandaar de schade. Met de buren Van Klinken hadden we ook direct weer contact, die hebben ons erg 35

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2018 | | pagina 37