Afb. 5. V1 in het Peenemünde Museum. (Foto: Darkone.)
geholpen. In het het dorp Nieuwerkerk bij
ons in de buurt bleek een winkel open te
zijn waar we wat elementaire zaken konden
kopen. Er kwam ook noodglas, een soort
heldere kunststof waarmee we de kapotte
ruiten konden vervangen.
Bij het nabijgelegen gehucht Viane, waar
door beschietingen maar weinig huizen
meer heel waren, waren veel bunkers in
de dijken gebouwd. De Duitsers hadden
ze comfortabel ingericht met lagen kleden
en tapijten over elkaar, gestolen uit leeg
staande huizen. Ook het meubilair kwam
daar zo te zien vandaan.
In de 'boezem' van het motorgemaal Viane
lagen wat bootjes, we gingen daar eens
kijken en tot onze verbazing lag daar onze
grote roeiboot met daarop gebouwd het
DKW motorfietsje! De Duitse onderhouds-
man had daar heel handig een overbrenging
met een schroef aan gefabriceerd. Een blik
met water met een gaatje er in koelde de
cylinder. Er bleek nog voldoende benzine
in de tank te zitten. Na diverse startpogin
gen en gesputter draaide het motortje. We
hebben het water uit de boot gehoosd en
zijn door de kreek, de Geule of Mairevliet,
die van Viane naar Oosterland achter de
eendenkooi langs loopt, naar huis gevaren.
Erg goed heeft de DKW niet meer gelopen,
na een jaar gaf hij het op.
Het kooibos was dood, begin juni was er
geen groen te bekennen. Vooral mijn moeder
vond dat verschrikkelijk. Het prachtige
groene kooibos was niet meer, er restten
nog dode bomen, met in de rand een grote
aalscholverkolonie.
Toen we voor de eerste keer op ons dorp
Oosterland kwamen, waren we verbijsterd:
behalve dat alle bomen en bossen dood
waren, lag het dorp voor het grootste deel
in puin. De kerktoren stond er nog half,
hele straten lagen vol puin. Het prachtige
UKrtir m jbntMWï
Iril Iiuil.niwJ HM
36