Aanvulling op drie verdwenen boerderijen in de Yerseke Moer, deel I Adri Haaij Op het artikel De geschiedenis van drie ver dwenen boerderijen in de Yerseke Moer, deel I in de Spuije, aflevering 104, zomer 2018, heb ik een reactie ontvangen van de kinde ren van het echtpaar Simonse-Geschiere. Johannes Simonse (1910-1994) was vanaf omstreeks 1937 tot 1974 pachter van de hoeve Werklust in de Yerseke Moer. De geschiedenis van deze hoeve wordt beschre ven in deel II van het artikel. In deel I heb ik vermeld dat de twee aan elkaar gebouwde brugwachterswoningen bij de Postbrug na de Tweede Wereldoorlog zijn gesloopt en er nieuwe woningen voor in de plaats zijn gekomen. De brugwachterswoningen zijn wellicht bij de gevechten tussen de Fransen en de Duitsers in mei 1940 vernield of zwaar beschadigd. Dochter Betsy Simonse zegt: In mijn herinnering zijn de brugwachtershui zen verdwenen tijdens oorlogshandelingen. Mijn eerste angstige oorlogsherinnering is een beschieting omstreeks 1943 waarbij op de boerderij alle ruiten sneuvelden. De reactie van Betsy was voor mij aanlei ding om het lezenswaardige artikel van L.H. Brugghe in aflevering 75, winter 2008, van de Spuije: De Franse slag, de strijd van het Franse 271e Régiment d'In- fanterie, in de globale driehoek Kapelle, Wemeldinge, Hansweert er nog eens op na te slaan. Brugghe zegt in zijn artikel dat de vanuit Yerseke oprukkende Duitsers in het brugwachtershuis een mitrailleur hebben geplaatst vanwaar zij de hele overkant konden bestrijken. Aan de westelijke kant van het kanaal zaten de Fransen die er op gebrand waren de Duitse mitrailleur onschadelijk te maken. Dat is niet gelukt omdat de Hotchkiss zware mitrailleurs van de Fransen een storing kregen die niet verholpen kon worden. In noot 4 van deel I heb ik gezegd dat de (ook in 1832) aan de zuidzijde van de Postweg aanwezige bebouwing (een huis niet ver van de Postbrug af gelegen) volgens de kadastrale legger van Kapelle in 1940 is gesloopt en daarna als ruïne en tuin wordt vermeld. In haar reactie zegt Betsy Simonse nog het volgende: Bij het begin van de oorlog in 1940 vorderden de Duitsers onze boerde rij. Mijn ouders hebben toen hun huisraad opgeslagen aan de andere kant van het kanaal. In de oksel aan de zuidzijde van de oprit stond een huis en dat is toen afgebrand. Mijn ouders waren naar Walcheren gereden op de motor en toen ze enkele dagen later terug kwamen hadden ze dus niets meer. De zwager van Betsy, Adri Kloosterman die met Koos Simonse is getrouwd, heeft er nog op gewezen dat onder aan de oprit (van de Postbrug) aan de Kapelse kant ten zuiden van de Postweg ook nog een huis stond, bewoond door de familie Bolier. Dat huis, dat wat verder weg richting Kapelle stond, is niet verbrand en was er na de oorlog ook nog. Brugghe zegt in zijn artikel over de nacht van 15-16 mei 1940 Dicht bij de Postbrug stonden plotseling twee huizen aan de west oever in brand. Ook een schuur op de andere oever ging in brand In welk van de verbrande twee huizen de familie Simonse hun huisraad heeft opgeslagen is niet met zekerheid te zeggen, maar het is nu wel zeker dat het huis uit noot 4 inderdaad door de oorlogshandelingen is vernield. De oorlogsperiode is voor de familie Simonse niet zonder problemen en spanningen verlopen. Betsy heeft dat ook bevestigd: al spraken onze ouders er weinig over. Rondom de Postbrug is in die meidagen van 1940 heel wat gebeurd en niet alleen daar. De lezer die hiervoor interesse heeft kan het allemaal nog eens nalezen in het artikel van L.H. Brugghe. 45

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2018 | | pagina 47